Nederlands / 34-8720-2487-1 89
3. De wagen plaatsen: Plaats de unit in het midden van de wagen en let erop dat
de poten van de verwarmingsunit in de uitsparingen van de wagenpassen.
(Opmerking: De voorste zwenkwieltjes van de rolwagen zijnvergrendelbaar.)
System
MODEL
675
De karplaatsen
4. Duw de unit naar beneden om hem vast tezetten.
De slangaansluiten
Servicefrequentie
Wanneernodig
Gereedschap/uitrusting
• Slang
Werkwijze
1. Zet de driehoek aan de bovenkant van de slangaansluiting
van de verwarmingsunit gelijk met de ingekeepte groef aan
hetslanguiteinde.
2. Duw de slang erin en draai hem ongeveer een kwartdraai
naar rechts om hem tebevestigen.
De slangverwijderen
Servicefrequentie
Wanneernodig
Gereedschap/uitrusting
• Geen
Werkwijze
1. Houd het slanguiteinde ter hoogte van de
verwarmingsunit vast en draai het ongeveer een
kwartdraai naar links totdat het niet meer verderkan.
2. Trek de slang recht uit deverwarmingsunit.
Het alarmtesten
Servicefrequentie
Wanneernodig
Gereedschap/uitrusting
• Geen
Werkwijze
1. Sluit de verwarmingsunit aan op een naar behoren geaardestroombron.
2. Controleer of het alarm ongeveer één pieptoon lang klinkt en daarna
wordtgestaakt.
De luchtfiltervervangen
Servicefrequentie
Om de 12maanden of 500bedrijfsuren.
Na 500bedrijfsuren verschijnt het symbool ‹Filter vervangen› op
delcd-display.
Gereedschap/uitrusting
• Nieuwe luchtfilter (gebruik alleen door 3Mgeleverdeluchtfilters)
• Philips-schroevendraaier#2
OPGELET: Probeer de luchtfilter niet te reinigen, aangezien deze verontreinigd
kan zijn door het gebruik. Voer de filter af overeenkomstig het protocol van
uwinstelling.
Werkwijze
1. Koppel de verwarmingsunit los van de
geaardestroombron.
2. Als de verwarmingsunit op een rolwagen
is geplaatst, verwijder dan de rolwagen
door voorzichtig aan het lipje aan de
voorkant van de wagen te trekken en de
verwarmingsunit van de wagen tetillen.
3. Draai de verwarmingsunitondersteboven.
4. Verwijder de 2schroeven onderaan
deverwarmingsunit.
5. Til het filterdeksel van
deverwarmingsunit.
6. Verwijder de luchtfilter en voer hemaf.
7. Plaats de nieuwe filter in gelijk welke
richting in hetfiltervak.
8. Vervang het filterdeksel op
deverwarmingsunit.
9. Plaats de 2schroeven weer in
hetfilterdeksel.
10. Als de verwarmingsunit op een
rolwagen was bevestigd, plaats de
verwarmingsunit dan in het midden van
de wagen en duw hem naar beneden om hem vast tezetten.
11. Sluit de verwarmingsunit aan op een naar behoren geaardestroombron.
12. Open de Diagnosemodus (zie de rubriek Diagnosemodus).
13. Ga naar de menuoptie FILTERTIMER en selecteer deze door op de knop
Omgevingstemperatuur tedrukken.
14. Stel de filtertimer terug door Ja te selecteren en op de knop
Omgevingstemperatuur tedrukken.
15. Controleer of de filtertijd die bovenaan het lcd-scherm wordt getoond 0.0is.
16. Verlaat het Diagnosemenu door op de aan/uit-knop tedrukken.
De bedrijfstemperatuurkalibreren
OPGELET
Voer alle temperatuurtests van de verwarmingsunit uit met een
3M-temperatuurtestapparaat model22110.
3Mneemt geen verantwoordelijkheid op zich voor de betrouwbaarheid, prestaties of
veiligheid van het temperatuurregelsysteem als temperatuurtests of -aanpassingen
niet volgens de onderstaande voorschriften gebeuren. Door een onjuiste meting
of aanpassing van de normale bedrijfstemperatuur van de verwarmingsunit kan de
patiënt worden blootgesteld aan temperaturen buiten het aangewezen bereik, wat tot
letsel kanleiden.
Servicefrequentie
Om de 12maanden of 500bedrijfsuren.
Gereedschap/uitrusting
• Temperatuurtestapparaat model22110
• Gekalibreerdethermokoppelmonitor
Opmerkingen:
• Het temperatuurtestapparaat model 22110simuleert de bedrijfskenmerken
van 3M-dekens en -jassen die in combinatie met de verwarmingsunit
wordengebruikt.
• Als u het temperatuurtestapparaat model 22110gebruikt, doe dan
temperatuurmetingen met een gekalibreerde thermokoppelmonitor die
compatibel is met een mannelijke subminiatuurconnector en die een
thermokoppel van het type ‹K› kan lezen (bijv. Een Fluke 52K/J-thermometer).
Als de connector van de testunit niet op uw thermokoppelmonitor past, haal de
connector dan uit de testunit en bevestig een connector die op uw monitor past.
Let hierbij op depolariteit.
Werkwijze
1. Sluit de verwarmingsunit aan op een naar behoren geaarde stroombron. De unit
voert een zelftest uit en schakelt automatisch in de Stand-bymodus.
2. Sluit de temperatuurtestunit aan op het slanguiteinde van de verwarmingsunit
door het slanguiteinde volledig tot aan de slangstopflens teduwen.
3. Open de Diagnosemodus (zie de rubriek Diagnosemodus).
4. Ga naar de menuoptie KALIBRATIE en druk vervolgens op de knop
Omgevingstemperatuur. De verwarmingsunit staat nu in de Kalibratiemodus. In
deze modus voert de verwarmingsunit de volgende takenuit:
• De ventilator wordtINGESCHAKELD.
• De verwarmingselementen wordenINGESCHAKELD.
• De lcd-displaytoont:
a. De tekst ‹DISPLAY›, gevolgd door de gekalibreerde temperatuur van de
lucht die de verwarmingsunitverlaat.
b. De tekst ‹OFFSET›, gevolgd door de offsetwaarde. De offsetwaarde
is het luchttemperatuurverschil tussen de slangaansluiting van de
verwarmingsunit (d.w.z. lucht die de slang binnenkomt) en het
slanguiteinde (d.w.z. lucht die de slangverlaat).
System
MODEL
675
Filter
Schroeven
Filterdeksel