Aastra 5361 / Aastra 5361ip
Om te weten op welk systeem u aangesloten
bent, druk Foxmenu >
M
ENU
>
I
NSTELLINGEN
>
A
L
-
GEMEEN
>
E
IGEN
ID
. Naam, oproepnummer en
communicatiesysteem worden weergegeven.
Naamkeuze
Kies een naam uit alle namen die opgeslagen zijn
in het telefoonsysteem:
On Aastra 400 / Aastra IntelliGate® systemen
(Snelkeuze)
2
:
1.Druk op de overeenkomstige toetsen, telkens
één keer, voor de eerste paar letters. De achter-
naam en de voornaam moeten gescheiden zijn
door een spatie (# toets), bijvoorbeeld "no s"
(6 6 # 7) voor Noble Stephen.
2.Druk op de toets van het telefoonboek en se-
lecteer het gebruiker die u wenst.
3.Druk op Oproep toets om in het geheugen op-
geslagen nummers te bellen.
On Aastra 5000 systemen
3
:
1.Druk op het Telefoonboek, selecteer telefoon-
boek die u wenst en geef de beginletters in
aan de hand van de cijfertoetsen (bijvoor-
beeld: druj tweemaal op 6 om de letter N in te
geven; éénmaal op 2 voor A...).
2.Foxmenu >
C
ONSULTEER
, dan
V
OLGENDE
tot de
overeenstemmende selectie verschijnt.
3.Selecteer Foxmenu >
O
PROEP
.
Nederlands
1 De implementatie en de beschikbaarheid van
functies, eigenschappen en producten zijn af-
hankellijk van het aangesloten systeem.
2 alleen ondersteund door Aastra 400 /
Aastra IntelliGate® systemen
3 alleen ondersteund door Aastra 5000 systemen
Indicatie LED:
• Linker LED knippert: Binnenko-
mend gesprek.
• Rechter LED knippert: Voice Mail,
Bericht of Terugbellen
2
.
Oproep toets: Een oproep starten of
beantwoorden.
End toets:
• Het gesprek beëindigen.
• Beëindigen van de invoer, zonder
opslaan.
• Tijdens een menu: terug naar rust-
situatie.
Volume/cursor toetsen: Stel het volu-
me van de bel en de hoorn.
Microfoon toets: Handset microfoon
aan/uit.
Luidspreker toets: Luidsprekerfunctie
aan/uit.
Telefoonboek toets: Beschikbare te-
lefoonboeken openen.
Herhaal toets: Laatst gekozen num-
mer(s).
Afwezigheidstoets met LED. Configu-
ratie is systeem afhankelijk
1
. Instel-
baar als nummer en functie toets.
Foxmenu: Opent het menu of roept
andere Foxkey functies op.
Fox (display symbolen): Toegang tot
het menu of de beschikbare Foxtoets
functies.
Fox toets: De weergegeven functie
met de toets uitvoeren.
Navigatietoets: Scrolt vooruit/achter-
uit in de menu, navigeert door lijsten.
Meerdere menu’s in de lijst kunnen
gekozen worden door gebruik te ma-
ken van de omhoog/omlaag naviga-
tietoets (display symbolen).
Meerdere display teksten kunnen be-
keken worden door gebruik te maken
van de links/rechts navigatietoets
(display symbolen).
Correctietoets: Wist het laatste karak-
ter of gaat één stap terug in de menu.
Configureerbare toetsen met LED.
Kiest het opgeslagen nummer of acti-
veert een opgeslagen functie: Druk 1
mal of tweemaal kort achter elkaar
1
.
Bewaart oproepnummers of functies:
• Drukken en ingedrukt houden
2
.
•Druk Foxmenu >
M
ENU
>
I
NSTELLIN
-
GEN
>
T
OETSEN
3
.