Akai AM-59

04
In
geval
van
problemen
A
Kontroleer
of
alle
regelaars
in
de
juiste
standen
zijn
gezet
en
of
alles
korrekt
is
aangesioten,
als
u
problemen
mocht
krijgen
met
deze
versterker
(wij
verwijzen
u
naar
deze
handleiding
voor
de
juiste
te
nemen
stappen).
Volg
onderstaand
advies
op,
als
een
probleem
blijft
bestaan.
.
Noteer
het
model-
en
de
serienummers
en
alle
gegevens
die
van
belang
zijn
in
verband
met
de
dekking
van
de
garantie,
evenals
een
duidelijke
beschrijving
van
het
probleem
en
neem
daarna
pas
kontakt
op
met
uw
dichtstbijzijnde
AKAI-servicedienst
als
het
probleem
niet
kan
worden
opgelost
aan
de
hand
van
onderstaande
instrukties.
Kontrolepunt .
@ De versterkeraansluitingen zijn niet korrekt.
Kijk de aansluitingen van de versterker na.
©
De
luidsprekerschakelaar
(SPEAKERS)
staat
in
de
verkeerde
posi-
tie.
Zet de schakelaar in de juiste positie.
e De VOLUME-regelaar staat op 0.
Zet
de
VOLUME-regelaar
in
de
gewenste
positie.
©
De
juiste
ingangskeuzetoets
is
niet
ingedrukt.
Druk de juiste toets in.
Geen spanning.
Geen geluid.
Geen
geluid
nadat
de
spanning
is
ingeschakeld.
©
Het
beschermingssysteem
is
in
werking
gesteld.
Wacht
een
paar
sekonden.
Geen
geluid
nadat
de
spanning
is
ingeschakeld
(zelfs
na
instelling
van
het
weergavevolume).
®
Het
beschermingscircuit
is
in
werking
gesteld.
Stop
de
weergave
zo
snel
mogelijk,
schakel
de
spanning
uit,
en
kijk
daarna
de
aansluitingen
van
het
luidsprekersnoer
na.
Siuit
een
iuidsprekersysteem
met
een
impedantie
van
meer
dan
8
ohm
aan
of
zet
de
luidsprekerschakelaar
(SPEAKERS)
op
uit
(OFF).
VOLUME-instelling
geeft
een
hoger
volumeniveau
|
¢
De
dempingsschakelaar
(MUTING)
is
ingeschakeld
(ON
=m.
).
aan
dan
kan
worden
gehoord.
Zet
de
schakelaar
in
de
uitgeschakelde
stand,
op
OFF
m=.
Bromruis
wordt
gehoord
tijdens
weergave
vaneen
|
®
Deaarddraadvan
de
platenspeler
(indien
bijgeleverd)
is
niet
aange-
plaat.
sloten
of
de
verbindingssnoeren
zijn
niet
zorgvuldig
aangesloten.
Sluit
de
aarddraad
aan
op
het
77/7
aansiuitpunt
en
kontroleer
of
de
verbindingssnoeren
goed
zijn
aangesloten.
©
De
luidsprekers
zijn
niet
korrekt
aangesloten.
Kontroleer
de
polariteit
van
de
aansluitingen.
Het
geluid
van
de
lage
tonen
of
de
stereo
wordt
niet
ten
volle
gereproduceerd.
Het
deck
begint
niet
met
de
weergave.
©
De
juiste
ingangskeuzetoets
is
niet
ingedrukt.
Druk
de
juiste
toets
in.
Weergave
van
een
digitale
bron
lukt
niet.
¢
Deaanstluitingen
zijn
niet
korrekt
of
de
digitale
aansluitpunten
wor-
den
niet
gebruikt
voor
aansluiting.
Kontroleer
de
aansluitingen
en
verander
deze
indien
nodig.
Aansluitingen
dienen
tot
stand
te
worden
gebracht
met
digitale
ver-
bindingssnoeren
die
u
bij
uw
audiodealer
kunt
kopen.
¢
Dejuiste
ingangskeuzetoets
(DIGITAL
1,
2
of
3)
werd
niet
ingedrukt.
e Druk de gewenste toets in.
©
De
direkte
bedieningsschakelaar
(SOURCE
DIRECT)
staat
inge-
steld
op
bron
(DIRECT).
:
Zet
deze
uit
(OFF)
(SUBSONIC).
e
De
MODE-toets
staat
op
MONO
=.
Zet
de
toets
in
de
stand
STEREO
=.
e Een kromme piaat wordt afgespeeld.
Zet
de
direkte
bedieningsschakelaar
(SOURCE
DIRECT)
in
de
uit-
geschakelde
stand,
op
OFF
(SUBSONIC)
om
subsonische
ruis
uit
het geluid te halen.
De
lagetoon-
(BASS),
hogetoon-
(TREBLE),
ba-
lans-
(BALANCE)
of
MODE-regelaars
werken
niet.
De weergave is in mono.
Het
diafragma
van
de
woofer
trilt
langzaam
tijdens
weergave.