67 / NL
OPGELET!
controleer de elektrische verbinding van de componenten met het moederbord en ga na of de NTC-sensoren goed in hun behuizingen
zitten, alvorens ingrepen te plegen op het product volgens de onderstaande aanwijzingen.
Storingscode
Oorzaak
Werking
element
Werking
warmtepomp
Wat te doen
007 NTC condensor: onderbreking of kortsluiting ON OFF Correcte werking NTC condensor controleren
008
NTC afvoer (compressor uitlaat): onderbreking of kortsluiting
ON OFF Correcte werking NTC afvoer controleren
009 NTC lucht: onderbreking of kortsluiting ON OFF Correcte werking NTC lucht controleren
010 NTC verdamp: onderbreking of kortsluiting ON OFF Correcte werking NTC verdamp controleren
012
NTC aanzuiging (compressor inlaat): onderbreking of
kortsluiting
ON OFF Correcte werking NTC aanzuiging controleren
021 Gaslek ON OFF
Controleren of de ingangssensor van de compressor correct werkt. Als
de fout blijft bestaan, het restgas terugwinnen; het lek in het koelcircuit
opzoeken; dit repareren; het circuit vacuüm zuigen en opnieuw vullen met
de juiste hoeveelheid koelgas.
032 Fout compressor ON OFF Spanning stroomvoorziening op compressorcontact controleren.
042 Verdamper verstopt ON OFF Schakel het apparaat uit. Controleer of de verdamper niet verstopt is.
044 Fout ventilator OFF OFF
Spanning stroomvoorziening op ventilatorcontact controleren.
De correcte werking van de sensor in de compressorinlaat controleren.
051 Hogedrukbeveiliging ON OFF Bedrading van drukschakelaar controleren. Hoeveelheid gas controleren.
053 Compressor thermische beveiliging: KO ON OFF Contact thermische beveiliging compressor controleren.
081 Fout elektronische expansieklep ON OFF
Kabels van expansieklep controleren.
Correcte werking NTC aanzuiging en NTC verdamp controleren.
218
Koepel NTC-sensor (warm water):
onderbreking of kortsluiting
ON OFF Correcte werking van NTC-sensor (warm water) controleren
230
Watertemperatuursensor (zone verwarmingselement):
onderbreking of kortsluiting
OFF OFF
Correcte assemblage van sensorbedrading op respectief
moederbordcontact controleren. Correcte werking sensor controleren.
231
Watertemperatuursensor (zone verwarmingselement):
veiligheidsinterventie (niveau 1).
OFF OFF Correcte werking sensor controleren.
232
Watertemperatuursensor (zone verwarmingselement):
veiligheidsinterventie (niveau 2).
OFF OFF Correcte werking sensor controleren..
233 Relais geblokkeerd OFF OFF
Reset het product door tweemaal op de ON / OFF-toets te drukken. Als de
fout blijft bestaan, het moederbord vervangen.
241 Opgedrukte stroomanode: onderbreking OFF OFF
Aanwezigheid van water in het product controleren.
Als de fout blijft bestaan, de correcte werking van de anode controleren.
Correcte assemblage van anodebedrading op respectief moederbordcon-
tact controleren. Als de fout blijft bestaan, moederbord vervangen.
314 AAN/UIT herhaald OFF OFF
15 minuten wachten alvorens het product te deblokkeren met AAN/UIT-knop
STANDAARDINSTELLINGEN
Het apparaat wordt geleverd met een reeks standaard ingestelde modi, functies of waarden (zie onderstaande tabel):
PARAMETER FACTORY DEFAULT SETTING
BEDRIJFSMODUS
GREEN
STANDAARD INGESTELDE TEMPERATUUR
53 °C
MAX. INSTELBARE TEMPERATUUR MET VERWARMINGSELEMENT
75 °C
MIN. INSTELBARE TEMPERATUUR
40 °C
MAX. INSTELBARE TEMPERATUUR MET WARMTEPOMP
62 °C
ANTILEGIONELLAFUNCTIE
OFF
VAKANTIE-MODUS
OFF
ONTDOOIEN (actieve ontdooiactivering)
ON
HC-HP (tweeledige debiet bedrijfsmodus)
OFF
HYSTERESE
12°C
STORINGEN
Op het moment dat zich een defect voordoet schakelt het apparaat over naar een storingsstatus. Het display begint te knipperen en toont
een storingscode. De boiler zal warm water blijven produceren mits de storing slechts één van de twee verwarmingsgroepen betreft, en zal
de warmtepomp of het elektrisch element laten werken. Als de storing de warmtepomp betreft verschijnt op het scherm het knipperende
symbool “HP”. Als de storing het elektrisch element betreft zal het symbool van het elektrisch element gaan knipperen. Als de storing beide
betreft zullen ze beide gaan knipperen.