Omschrijving
394 / NL
1. Omschrijving
De systeeminterface is een regeleenheid voor de verwarmings-
installatie die kan worden gebruikt als kamerthermostaat en/of
als installatie-interface voor de monitoring van de belangrijkste
gegevens over de werking van de installatie en de invoer van
de gewenste instellingen.
1.1 Woordenlijst
Zone: een thermische installatie kan worden onderverdeeld
in meerdere, hydraulisch onafhankelijke gebieden die zones
worden genoemd. Elke zone kan autonoom een warmte-/
koelingsvraag genereren aan de warmtegenerator. Een ge-
bouw kan bijvoorbeeld worden verdeeld in een zone met stra-
lingspanelen en een zone met radiatoren.
Tijdsperiode: door de geprogrammeerde werkingsmodus te
selecteren voor een zone, kunt u een profiel met tijdsprogram-
mering definiëren. De tijdsintervallen waarin de tijdsprogram-
mering is onderverdeeld worden periodes genoemd. Voor elke
periode kan een doeltemperatuur (setpoint) worden gedefini-
eerd op basis van de ingestelde tijdsprogrammeringsmodus
tijdens de configuratiefase van het systeem.
Dagelijkse tijdsprogrammering op 2 niveaus: met de tijd-
sprogrammering op 2 niveaus kan het programmeringsprofiel
worden onderverdeeld in maximaal 4 comfortperiodes en 4
periodes met een verlaagde temperatuur in de 24 uur.
Dagelijkse tijdsprogrammering op meerdere niveaus:
bij de tijdsprogrammering op meerdere niveaus, die alleen be-
schikbaar is op producten die geschikt zijn voor deze modus,
kunnen maximaal 12 dagelijkse tijdsperiodes worden gedefini-
eerd; voor elk van deze periodes kan een aparte doeltempera-
tuur worden ingesteld.
1.2 Navigatie door de menu's
De interface is voorzien van een kleurendisplay, een keuze-
knop en twee toetsen.
Navigatie in de menu's van de interface gebeurt met de toets
"Menu" (A), de keuzeknop (B) en de toets "Terug" (C).
– Toets "Menu" (A): door deze in te drukken opent u
het hoofdmenu.
– Door te draaien aan de keuzeknop (B) kunt u de
volgende functies uitvoeren:
– de cursor verplaatsen tussen de selecteerbare op-
ties op het scherm.
– door de instelwaarden van een bepaalde functie of
parameter scrollen.
– Door te drukken op de keuzeknop (B) kunt u de
volgende functies uitvoeren:
– de selecteerbare opties op het scherm openen.
– de instelwaarden van een bepaalde functie of para-
meter bevestigen.
– Met de toets "Terug" (C) kunt u de volgende func-
ties uitvoeren:
– terugkeren naar het vorige menu of submenu.
– de invoer van een instelwaarde van een bepaalde
functie of parameter annuleren.
ABC
Afb. 1
To Next Page
Loading...
