Gebruikersmenu
413 / NL
2.11.4 Buffervat
Buffer
Buffer activatie
UIT
Buffer comfort setpoint verwarmen
40 °C
Verlaagd setpoint verwarmen
20 °C
Buffer comfort setpoint koelen
18 °C
Verlaagd setpoint koelen
23 °C
Buffer setpoint modus Vast
Afb. 74
Buffer
Buffer setpoint modus
Vast
Besturing
Permanent bedrijf
Afb. 75
De optie wordt weergegeven als er een technische waterop-
slag geïnstalleerd is in het systeem (buffer) voor verwarming
en/of koeling.
– “Buffer activatie": hiermee kan het vullen van de buf-
fer worden ingeschakeld/uitgeschakeld.
– “Buffer comfort setpoint verwarmen": stelt de ge-
wenste vultemperatuur van de buffer in voor verwar-
ming in de comfortperiode.
– “Verlaagd setpoint verwarmen": stelt de gewenste
vultemperatuur van de buffer in voor verwarming in de
periode met verlaagde temperatuur.
– “Buffer comfort setpoint koelen": stelt de gewens-
te vultemperatuur van de buffer in voor koeling in de
comfortperiode.
– “Verlaagd setpoint koelen": stelt de gewenste vul-
temperatuur van de buffer in voor koeling in de periode
met verlaagde temperatuur.
– “Buffer setpoint modus": stelt de vulmodus van de
buffer in.
– “Vast": de vultemperatuur van de buffer is de in-
gestelde temperatuur in de hierboven vermelde
parameters.
– “Variabel": de vultemperatuur van de buffer wordt
berekend op basis van de automatische warmtere-
gelingsfunctie (indien ingeschakeld).
– "Besturing": instellen van de werkingsmodus voor
het vullen van het buffervat ("Uitgeschakeld"/"Tijdspro-
gramma"/"Permanent bedrijf")
2.11.5 Warmtepomp
Dit menu is alleen beschikbaar als er een warmtepomp voor
verwarming/koeling aanwezig is. Zie voor meer informatie de
handleiding van het product.
Warmtepomp
Stille modus
>
CV Externe warmtebron inzet
logica
CV + backup
warmtepomp
WW externe warmtebron
logica
CV + backup
warmtepomp
Warmwater modus Standaard
Afb. 76
– “Stille modus": met de volgende instellingen kan het
geluid van de warmtepomp worden verminderd, door
de frequentie van de compressor te beperken.
a
Inschakeling van deze functie kan de prestaties
van de machine verminderen.
– “Stille modus WP": schakelt de stille modus in/uit.
– “Stille modus starttijd (hh:mm) WP": stelt de
starttijd in waarop het apparaat start in de stille mo-
dus.
– “Stille modus eindtijd (hh:mm) WP": stelt de
eindtijd in waarop de stille modus wordt uitgescha-
keld op het apparaat.
– “CV Externe warmtebron inzet logica": met deze
parameter kan inschakeling van de secundaire warmte-
bron worden gekozen (verwarmingselementen indien
ingeschakeld of aanwezig, of een eventuele aanvul-
lende warmtebron) van de warmtepomp voor verwar-
ming.
– Bij een storing van de warmtepomp en integratie
warmteproductie ("CV + backup warmtepomp"): de
secundaire warmtebron wordt ingeschakeld zowel
bij integratie verwarming als in geval van een sto-
ring van de warmtepomp.
– Alleen bij een storing van de warmtepomp ("Back-
up voor warmtepomp"): de secundaire warmtebron
wordt alleen ingeschakeld bij een storing van de
warmtepomp.
– “WW externe warmtebron logica": met deze para-
meter kan inschakeling van de secundaire warmtebron
worden gekozen (verwarmingselementen indien inge-
schakeld of aanwezig, of een eventuele aanvullende
warmtebron) van de warmtepomp voor warm tapwa-
ter.