88 | Nederlands
1 609 92A 4F4 | (22.10.2018) Bosch Power Tools
Digitale laserafstandsme-
ter
GLM 120 C
Bluetooth® Bluetooth® (4.2 Low Ener-
gy)
I)
Frequentieband 2402 – 2480 MHz
Max. zendvermogen 8 mW
Micro-USB-kabel USB 2.0
– Laadspanning 5,0 V
– Laadstroom 1000 mA
Accu Li-Ion
Nominale spanning 3,6 V
Capaciteit 3120 mAh
Aantal accucellen 1
Oplaadapparaat
Productnummer
2 609 120 7..
Oplaadtijd ca. 5,5 h
D)
Accu-laadspanning 5,0 V
Laadstroom 1000 mA
Isolatieklasse / II
A) Bij meting vanaf voorkant van het meetgereedschap, geldt voor
een hoog reflectievermogen van het doel (bijv. een wit geverfde
muur), zwakke achtergrondverlichting en een gebruikstempera-
tuur van 25°C. Daarnaast moet met een afwijking van
±0,05mm/m gerekend worden.
B) Bij meting vanaf voorkant van het meetgereedschap, geldt voor
een hoog reflectievermogen van het doel (bijv. een wit geverfde
muur) en sterke achtergrondverlichting. Daarnaast moet met
een afwijking van ± 0,15 mm/m gerekend worden.
C) Na kalibrering bij 0° en 90°. Extra hellingsfout van max. ±0,01°/
graad tot 45°. De meetnauwkeurigheid heeft betrekking op de
drie oriëntaties van de kalibrering van de hellingmeting, zie af-
beelding H
D) Bij een gebruikstemperatuur van 25 °C. Oplaadtijd met 1A-
USB-oplaadapparaat. Sneller opladen bij uitgeschakeld meetge-
reedschap.
E) Als referentievlak voor de hellingmeting dient de linkerkant van
het meetgereedschap.
F) In de functie permanente meting bedraagt de max. gebruikstem-
peratuur +40 °C.
G) alleen een niet geleidende vervuiling, waarbij soms een tijdelijke
geleidbaarheid wordt verwacht door bedauwing
H) De automatische uitschakeltijd is instelbaar (2, 5, 10minuten
of nooit).
I) Bij Bluetooth®-Low-Energy-toestellen kan afhankelijk van model
en besturingssysteem het opbouwen van een verbinding niet
mogelijk zijn. Bluetooth®-toestellen moeten het GATT-profiel on-
dersteunen.
Een lange looptijd van de accu wordt gerealiseerd door energiebespa-
rende maatregelen, zoals het deactiveren van de Bluetooth®-functie,
wanneer deze niet nodig is of het reduceren van de helderheid van
het display enz.
Het serienummer (15) op het typeplaatje dient voor een ondubbelzin-
nige identificatie van uw meetgereedschap.
Eerste ingebruikneming
Accu opladen
u Gebruik alleen de in de technische gegevens vermelde
oplaadapparaten. Alleen deze oplaadapparaten zijn af-
gestemd op de Li-Ion-accu die bij uw meetgereedschap
moet worden gebruikt.
u Het gebruik van oplaadapparaten van andere fabri-
kanten kan tot defecten bij het meetgereedschap lei-
den; dit meetgereedschap mag ook niet worden opge-
laden met een hogere spanning (bijv. 12 V) van een
oplaadapparaat in een motorvoertuig. Bij veronacht-
zaming vervalt de garantie.
u Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
van het oplaadapparaat.
Aanwijzing: De accu wordt gedeeltelijk geladen geleverd.
Om het maximale vermogen van de accu te garanderen,
dient u de accu vóór het eerste gebruik volledig op te laden.
Aanwijzing: De micro-USB-bus (16) voor het aansluiten van
de micro-USB-kabel (22) bevindt zich onder de afdekking
van de meetpen (8). Om de afdekking te openen, drukt u op
de ontgrendelknop (7).
De Lithium-Ion-accu kan op elk moment worden opgeladen
zonder de levensduur te verkorten. Een onderbreking van
het opladen schaadt de accu niet.
Als het onderste segment van de accu-oplaadaanduiding (g)
knippert, dan kunnen nog maar enkele metingen uitgevoerd
worden. Laad de accu op.
Als het kader rond de segmenten van de accu-oplaadaandui-
ding (g) knippert, dan zijn geen metingen meer mogelijk. Het
meetgereedschap kan nog slechts korte tijd gebruikt worden
(bijv. om gegevens in de meetwaardelijst te controleren).
Laad de accu op.
Verbind het meetgereedschap door middel van de meegele-
verde micro-USB-kabel (22) met het oplaadapparaat (23).
Steek het oplaadapparaat (23) in het stopcontact. Het opla-
den begint.
De accu-oplaadaanduiding (g) geeft de voortgang van het
opladen aan. Tijdens het opladen knipperen de segmenten
na elkaar. Als alle segmenten van de accu-oplaadaanduiding
(g) te zien zijn, dan is de accu helemaal opgeladen.
Als het oplaadapparaat langdurig niet wordt gebruikt, dient u
de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Daarnaast kan de accu ook aan een USB-poort opgeladen
worden. Sluit hiervoor het meetgereedschap met de micro-
USB-kabel op een USB-poort aan. In de USB-modus (oplaad-
modus, gegevensoverdracht) kan het opladen duidelijk lan-
ger duren.
Het meetgereedschap kan tijdens het opladen niet zelfstan-
dig gebruikt worden.
Bluetooth® wordt tijdens het opladen uitgeschakeld. Be-
staande verbindingen met andere apparaten worden onder-
broken. Hierbij kunnen gegevens verloren gaan.
Aanwijzingen voor optimaal omgaan met de accu in het
meetgereedschap