EasyManua.ls Logo

Bosch GPL 5 Professional - Page 49

Bosch GPL 5 Professional
238 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Nederlands | 49
Bosch Power Tools 1 609 929 S07 | (2.10.08)
Gebruik
Ingebruikneming
f Bescherm het meetgereedschap tegen
vocht en fel zonlicht.
f Stel het meetgereedschap niet bloot aan
extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet
lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschomme-
lingen eerst op de juiste temperatuur komen
voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme
temperaturen of temperatuurschommelin-
gen kan de nauwkeurigheid van het meet-
gereedschap nadelig worden beïnvloed.
f Voorkom heftige schokken of vallen van het
meetgereedschap. Na sterke externe inwer-
kingen op het meetgereedschap dient u,
voordat u de werkzaamheden voortzet, altijd
een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren
(zie „Waterpasnauwkeurigheid”).
f Schakel het meetgereedschap uit wanneer
u het verplaatst of vervoert. Bij het uitscha-
kelen wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Anders kan deze bij heftige bewegingen be-
schadigd raken.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen
duwt u de aan/uit-schakelaar 4 omhoog, zodat op
de schakelaar „I” verschijnt. Onmiddellijk na het
inschakelen zendt het meetgereedschap uit elk
van de laserstraalopeningen 1 één laserstraal.
f Richt de laserstraal niet op personen of
dieren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook
niet vanaf een grote afstand.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen
duwt u de aan/uit-schakelaar 4 omlaag, zodat op
de schakelaar „0” verschijnt. Als u het meetge-
reedschap uitschakelt, wordt de pendeleenheid
vergrendeld.
Automatische uitschakeling instellen
Standaard wordt het meetgereedschap
20 minuten na het inschakelen automatisch
uitgeschakeld.
Deze automatische uitschakeling kan van 20 mi-
nuten op 8 uur worden omgeschakeld. Schakel
daarvoor het meetgereedschap in, onmiddellijk
weer uit en binnen 4 seconden opnieuw in. Ter
bevestiging van de wijziging knipperen alle laser-
stralen na de tweede keer inschakelen geduren-
de 2 seconden in een snel ritme.
f Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meet-
gereedschap na gebruik uit. Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
Als u het meetgereedschap de volgende keer in-
schakelt, is de automatische uitschakeling weer
op 20 minuten ingesteld.
Werkzaamheden met automatisch waterpassen
Plaats het meetgereedschap op een rechte en
stabiele ondergrond of bevestig het op de hou-
der 8 of het statief 18.
Na het inschakelen worden door het automa-
tisch waterpassen oneffenheden binnen het
zelfwaterpasbereik van ±5° (lengteas) resp.
± 3° (breedteas) automatisch gecompenseerd.
Het waterpassen is afgesloten zodra de punten
van de laserstraal niet meer bewegen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bij-
voorbeeld omdat het oppervlak waarop het
meetgereedschap staat meer dan 5° bzw. 3° van
de waterpaslijn afwijkt, knipperen de laserstra-
len in een snel ritme. Stel in dit geval het meetge-
reedschap horizontaal op en wacht het zelfwater-
passen af. Zodra het meetgereedschap zich
binnen het zelfwaterpasbereik van ±5° resp. ±
bevindt, schijnen de laserstralen weer continu.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens
het gebruik vindt automatisch opnieuw water-
passen van het meetgereedschap plaats. Con-
troleer na het waterpassen de positie van de
laserstralen met betrekking tot referentiepun-
ten om fouten door een verschuiving van het
meetgereedschap te voorkomen.
OBJ_BUCH-815-001.book Page 49 Thursday, October 2, 2008 9:04 AM

Related product manuals