EasyManua.ls Logo

Bosch Professional GDR 18V-210 C - Page 62

Bosch Professional GDR 18V-210 C
277 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
62 | Nederlands
U kunt de toerentalinstelling ook via de Bosch Toolbox-app
uitvoeren.
Het vereiste toerental is afhankelijk van het materiaal en de
werkomstandigheden en kan door praktische tests bepaald
worden.
De gegevens in de volgende tabel zijn geadviseerde waar-
den.
Basisinstelling toerental bij
stand
1 2 3
[min
-1
] [min
-1
] [min
-1
]
Aantal toerentalstanden
3
0–1 100 0–2 300 0–3 400
Met de toets voor toerentalinstelling (19) kunt u het noodza-
kelijke toerental ook tijdens het gebruik instellen.
Werkmodus kiezen
Het elektrische gereedschap beschikt over 2 voorgedefini-
eerde werkmodi A en B (16). U kunt via de Bosch Toolbox-
app bovendien onder A en B (16) werkmodi voor verschil-
lende toepassingen programmeren en bestaande modi aan-
passen.
Om tussen de werkmodi A en B (16) te wisselen, drukt u op
de toets modus (17).
Aanwijzingen voor werkzaamheden
u Plaats het elektrische gereedschap alleen uitgescha-
keld op de moer/schroef. Draaiende inzetgereedschap-
pen kunnen wegglijden.
u Het elektrische gereedschap met geplaatste
Bluetooth
®
Low Energy Module GCY42 (accessoire) is
uitgerust met een radio-interface. Lokale gebruiksbe-
perkingen, bijv. in vliegtuigen of ziekenhuizen, moe-
ten in acht genomen worden.
Het draaimoment is afhankelijk van de slagduur. Het maxi-
maal bereikte draaimoment resulteert uit de som van alle
door slagen veroorzaakte afzonderlijke draaimomenten. Het
maximale draaimoment wordt na een slagduur van 6–10 se-
conden bereikt. Na deze tijd wordt het aandraaimoment nog
slechts minimaal verhoogd.
De slagduur moet voor elk benodigd aandraaimoment be-
paald worden. Het feitelijk bereikte aandraaimoment moet
altijd met een momentsleutel worden gecontroleerd.
Schroefverbindingen met harde, verende of zachte be-
vestiging
Als bij wijze van proef de in een reeks van slagen bereikte
draaimomenten gemeten en naar een diagram overgebracht
worden, dan verkrijgt men de curve van een draaimoment-
verloop. De hoogte van de curve komt overeen met het maxi-
maal te bereiken draaimoment. De steilheid geeft aan in wel-
ke tijd dit bereikt wordt.
Het draaimomentverloop hangt van de volgende factoren af:
sterkte van de schroeven en moeren
soort ondergrond (ring, schotelveer, afdichting)
sterkte van het te schroeven materiaal
smeeromstandigheden van de schroefverbinding
Daaruit resulteren de volgende toepassingsgevallen:
Harde bevestiging, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van metaal op metaal bij gebruik van onderlegrin-
gen. Na een relatief korte slagtijd is het maximale draai-
moment bereikt (steil verloop van de karakteristiek). Een
onnodig lange slagtijd schaadt de machine slechts.
Verende bevestiging, hiervan is sprake bij schroefver-
bindingen van metaal op metaal, echter bij gebruik van
veerringen, schotelveren, steunbouten of schroeven/
moeren met conische bevestiging evenals bij het gebruik
van verlengstukken.
Zachte bevestiging, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van bijv. metaal op hout of bij gebruik van lood- of
fiberringen als ondergrond.
Bij verende of zachte bevestiging is het maximale aandraai-
moment geringer dan bij harde bevestiging. Bovendien is
een duidelijk langere slagtijd nodig.
Richtwaarden voor maximale schroefaandraaimomenten
Gegevens in Nm, berekend uit de spanningsdoorsnede; benutting van de strekgrens 90% (bij wrijvingsgetal μ
totaal
=0,12). Ter
controle moet het aanhaalmoment altijd met een momentsleutel gecontroleerd worden.
Sterkteklassen
volgens DIN267
Standaardschroeven en -
bouten
Hoogvaste schroeven en
bouten
3.6 4.6 5.6 4.8 6.6 5.8 6.8 6.9 8.8 10.9 12.9
M6 2.71 3.61 4.52 4.8 5.42 6.02 7.22 8.13 9.7 13.6 16.2
M8 6.57 8.7 11 11.6 13.1 14.6 17.5 19.7 23 33 39
M10 13 17.5 22 23 26 29 35 39 47 65 78
M12 22.6 30 37.6 40 45 50 60 67 80 113 135
M14 36 48 60 65 72 79 95 107 130 180 215
M16 55 73 92 98 110 122 147 165 196 275 330
Tips
Vóór het indraaien van grotere, langere schroeven in harde
materialen moet u met de kerndiameter van de schroefdraad
ongeveer 2/3 van de schroeflengte voorboren.
Aanwijzing: Let erop dat er geen kleine metaaldelen in het
elektrische gereedschap binnendringen.
1 609 92A 5TB | (06.05.2021) Bosch Power Tools

Related product manuals