42
NL
4.7 De lengte van het tuigje aanpassen
Om uw kind beter te beschermen, dient u het tuigje aan te trekken nadat u
het kind in het zitje hebt geplaatst en de gesp hebt vastgemaakt. Zorg dat het
tuigje lekker zit en zich plat tegen het lichaam van uw kind bevindt: het tuigje
mag nooit gedraaid zijn of loszitten;
4.7.1 Trek de schouderriem omhoog en verwijder de speling bij de heupen
om het tuigje strakker te trekken. Trek tegelijkertijd aan de stelriem die
tussen de benen naar de vergrendeling loopt;
4.7.2 Maak het tuigje langer door op de knop tussen de benen van het kind te
drukken en de twee schouderriemen tegelijkertijd naar u toe te trekken.
Zorg dat u het tuigje vasthoudt –niet de hoes.
LETOP!Controleerofderiemenvanhettuigjenietzijngedraaidenofzegoedin
degleuvenindehoeszijngestoken.
4.8 De hoofdsteun aanpassen in een installatie met een vijfpuntsgordel – groep 0+
en 1.
4.8.1 Een goed afgesteld tuigje zorgt dat het diagonale deel van een
veiligheidsgordel goed wordt aangebracht en biedt uw kind optimale
bescherming;
4.8.2 Het tuigje moet zo worden afgesteld dat er ongeveer twee vingers ruimte
is tussen het tuigje en het lichaam van uw kind;
4.8.3 Een goed afgestelde hoofdsteun biedt uw kind optimale bescherming in
het kinderzitje. De schouderriemen bevinden zich dan ter hoogte van de
schouders van uw kind;