6540KMC---N
Nederlands
Koelmiddelaansluitingen
Elektrische aansluitingen
BELANGRIJK:
Bij de montage moeten eerst de koelmiddelaansluitingen en
daarna de elektrische aansluitingen worden gemaakt. Wordt
de unit gedemonteerd, neem dan eerst de elektrische verbin-
dingskabels los en daarna de koelmiddelaansluitingen.
Zie de montage-instructies voor de buiten-unit voor meer
gedetailleerde informatie.
Leidingdiameter
Gas Vloeistof
Type (Zuig) (Pers)
mm (inch) mm (inch)
12 - 18 - 24
12,70 (1/2") 6,35 (1/4")
28 15,87 (5/8") 6,35 (1/4")
36 - 48 - 60
19,05 (3/4") 9,52 (3/8")
Voor verbinding van binnen- en buiten-unit kan Carrier BV
speciale koelmiddelleidingsets als accessoire leveren.
Deze verbinding kan echter ook worden gemaakt d.m.v. door
derden te leveren koperen leidingen voorzien van flare-
koppelingen.
Gebruik alleen geïsoleerde naadloze leiding van koeltechnische
kwaliteit, (Cu DHP type volgens ISO 1337), ontvet en
gedesoxideerd, geschikt voor werkdrukken van tenminste 4200
kPa een burst pressure van minstens 20700 kPa. Gebruik in geen
geval koperen sanitair pijp.
Fig. 29 - 30 - 31
Niet van toepassing voor Nederland.
Sluit de leidingen aan in overeenstemming met de aangegeven
limieten.Smeer het uiteinde van de leiding en schroefdraad van de
flare-koppeling in met een antivries olie.
Draai de koppeling met de hand een aantal slagen vast, draai hem
daarna vast met een sleutel door het in de tabel aangegeven
aandraaimoment toe te passen.
De leidingen moeten, nadat ze zijn aangesloten op de unit, worden
gelektest, daarna gevacumeerd en eventueel worden gevuld
volgens de R.L.K. richtlijnen.
connections fully, applying the tightening torque shown in the table.
Aansluiting op de unit
Onvoldoende aandraaimoment veroorzaakt koelmiddellekkage.
Als de koppelingen te vast worden aangedraaid kan schade
ontstaan die leidt tot koelmiddellekkage.
Fig. 32.
Leidingdiameter Aandraaimoment
mm (inche) Nm
6,35 (1/4") 18
9,52 (3/8") 42
12,70 (1/2") 55
15,87 (5/8") 65
19,05 (3/4") 100
Controleer, wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, op lekkage
door er zeepwater op aan te brengen. Pak daarna de aansluitingen
en leidingen in met condenswerende isolatie en zet dit vast met
tape, zonder te veel druk uit te oefenen op de isolatie.
Repareer en bedek alle mogelijke barsten in de isolatie.
Fig. 33.
Extra koelmiddel (alleen voor R-410A)
Bij leidinglengten tot 8 meter moet bij de onderstaande typen extra
koelmiddel (R-410A) worden bijgevuld.
Zie voor langere koelmiddelleidingen de montage-instructies van de
buiten-unit.
40KMC024N 40KMC018N
Type binnen-unit
40KMC124EN 40KMC118EN
Type buiten-unit 38GL024G 38YY018G
Leidinglengte
70 g 110 g
tot 8 m
Controle
Fig. 34.
Controleer de werking van de condensaatafvoer door water in
de opvangbak te gieten.
Controleer het afschot en op eventuele obstructies.
Fig. 35.
Toegang tot de aansluitkast: open de grille en draai de 4 schroeven
van het afdekpaneel los.
Fig. 36 - 37.
BELANGRIJK voor units met elektrisch verwarmingselement:
Deze units hebben twee thermostaten: de ene met automatische reset,
de andere met hand-reset. Als de elektrische verwarmingselementen
worden uitgeschakeld door de hand-reset thermostaat (elektrisch),
controleer en verhelp de oorzaak van de afschakeling. Schakel de
elektrische voeding naar de elektrische verwarmingselementen af en
weer aan om de thermostaat te resetten.
SYSTEEMCONFIGURATIE
BELANGRIJK: Leg eerst de aardleiding aan voordat met alle
andere elektrische aansluitingen wordt begonnen.
• In geval de unit voorzien is van een electrisch
verwarmingselement, dient deze afzonderlijk van de unit te
worden gevoed.
• Maak eerst de elektrische aansluitingen tussen de units alvorens
door te gaan met de aansluiting op het elektrisch voedingnet.
• Overeenkomstig de montagereglementering moeten de middelen
ter afsluiting van het voedingsnet een contactafstand van 4 mm
voorzien zodat een volledige afsluiting wordt toegelaten onder de
voorwaarden van overspanning categorie III.
• De voedingskabel van de electrische verwarmingselementen
vastmaken zoals aangeduid in figuur PASSAGE KABEL
(zie pag. 14). Zorg ervoor dat de GEEL/GROENE draad verder
is afgestript dan de andere twee.
Fig. 38 - 47.
BELANGRIJK: De aardgeleiding die voorzien is voor de
verbindingskabel binnen-unit – buiten-unit, dient te worden
vastgeklemd aan een kabeleindeklem met oogje in zacht koper
vertind met een gat voor schroef M4.