2 - SAMENSTELLING
■ Identicatie van klemmen
EA = analoge ingangen
EL = logische ingangen
SA = analoge uitgangen
SL = logische uitgangen
KLEM CCU Controller
J1
(EA)
1 Sensor gewenste temperatuur (10 K Ω)
2 0 V
3 Grenswaardetemperatuursensor toevoerlucht (10 K Ω)
4 Sensor gewenste relatieve vochtigheid (0 - 10 V)
5 0 V
6 Sensor voor regeling van het drukverschil op het lter (0-10 V of 0,5 - 4,5 V)
7 +12 V
J2
(EL)
1 Afstandsbediening
2 Branddetectie/externe veiligheid
3 Terugkoppeling bedrijf uitblaasventilator
4 Veiligheidsthermostaat met handbediende reset van de elektrische batterij
5 Bevochtiger storing of onderhoud
6 Waterlekkage
7 Logische ingang gemeenschappelijke klem
J3
(EL)
1 Overzicht storingen condensing-unit circuit 1
2 Verschuiving temperatuur-setpoint
3 Overzicht storingen condensing-unit circuit 2
4 Warmwaterbatterij of elektrisch verwarmingselement
6 Zomer- of wintermodus
7 Logische ingang gemeenschappelijke klem
J4
(SA)
1 Warmwaterbatterij driewegklep
2 0 V
3 Koudwaterbatterij of gemende batterij driewegklep
4 Traploze bevochtiger
5 0 V
6 Variatie van het luchtdebiet
7 Vrije koeling luchtklep
8 0 V
9 Elektrisch verwarmingselement (TRIAC)
J5
(SL)
1 Overzicht kritische storing gemeenschappelijk aansluiting
2 Stand-by contact indien P206=0 (of actief als P206=1) in het overzicht van ernstige storingen
3 Actief contact indien P206=0 (of stand-by als P206=1) in het overzicht van ernstige storingen
4 Overzicht niet-kritische storing gemeenschappelijk aansluiting
5 Standby contact indien P205=0 (of stand-by als P205=1) in het overzicht van minder ernstige storingen
6 Actief contact indien P205=0 (of stand-by als P205=1) in het overzicht van minder ernstige storingen
159
NL