NL
55
Verlijmen en vervormen van kunststoffen
– Kunststoffen door gelijkmatig heen en weer
bewegen verwarmen. Voor het vastlijmen een
geschikte lijm gebruiken.
Drogen
– Het apparaat kan voor het drogen van verflagen,
bindmiddelen of afdichtmassa worden gebruikt.
Krimpen
– Krimpkous overeenkomstig het werkstuk kiezen
en gelijkmatig met de heteluchtpistool verwar-
men.
Ontdooien van waterleidingen
– De bevroren plek altijd vanaf de rand naar het
midden verwarmen. Kunststofleidingen evenals
verbindingen tussen leidingstukken heel voor-
zichtig verwarmen, om beschadiging te voorko-
men.
Mondstukken
• Het straalmondstuk (4) beschermt door afbuiging
van de luchtstroom bijv. ruiten tegen verwarming.
• Het verloopmondstuk (5) zorgt voor een punctu-
ele luchtstroom, die bijvoorbeeld voor het vervor-
men van kunststoffen kan worden gebruikt.
• Het reflectormondstuk (6) zorgt voor een brede
luchtstroom, die bijvoorbeeld voor het verwarmen
van bevroren waterleidingen kan worden
gebruikt.
Voer vóór het inschakelen controles uit!
Controleer de veilige toestand van het apparaat:
– Controleer of de luchtinlaatopeningen vrij zijn.
– Controleer of alle delen vastzitten.
– Controleer of er zichtbare gebreken zijn: gebro-
ken onderdelen, scheuren etc.
In-/uitschakelen
– Gewenst mondstuk erop steken.
– Apparaat aan stroomnet aansluiten.
– Mondstuk op het te bewerken oppervlak richten.
– Inschakelen: Aan/Uit-schakelaar (3) in positie [I]-
[II] zetten.
– Uitschakelen: Aan/Uit-schakelaar (3) in posi-
tie [0] zetten.
– Onmiddellijk na het beëindigen van de werk-
zaamheden de netstekker loskoppelen en het
apparaat op de staander (4) laten afkoelen
(► P. 4, punt 3).
Reiniging en onderhoud
Apparaat reinigen
Een zorgvuldige hantering en een regelmatige reini-
ging garanderen dat het apparaat lang goed kan
functioneren en goede prestaties kan leveren.
– Apparaat met een licht bevochtigde doek schoon-
vegen.
– Het apparaat nooit met water besproeien of aan
water blootstellen.
– Voor reiniging noot een reinigings- of oplosmiddel
gebruiken. Het apparaat kan onherstelbaar
beschadigd worden. De kunststofonderdelen
kunnen door chemicaliën worden beschadigd.
– Luchtinlaatopeningen en mondstukken ontdoen
van vuil en verstoppingen.
Opslag, transport
Opslag
• Apparaat vóór het opbergen volledig laten afkoe-
len.
• Het apparaat in een droge omgeving opslaan.
Transport
• Bij verzending indien mogelijk de originele ver-
pakking gebruiken.
Storingen en hulp
Indien iets niet functioneert…
Vaak zijn het slechts kleine defecten die tot een sto-
ring leiden. Meestal kunt u deze eenvoudig zelf ver-
helpen. Raadpleeg hiertoe eerst de onderstaande
tabel voordat u zich tot de verkoper wendt. U
bespaart zo veel moeite en eventueel ook kosten.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel!
Het vervangen van het mondstuk mag
alleen na het uitschakelen van de stroom en
volledig afgekoeld apparaat worden uitge-
voerd.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Het appa-
raat mag alleen in bedrijf worden genomen
als er geen gebreken gevonden zijn. Als er
een onderdeel defect is, moet het absoluut
voor het volgende gebruik vervangen wor-
den.
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Altijd een minimale afstand van
25 mm tussen mondstuk en te bewerken
oppervlak aanhouden.
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Het apparaat nooit met de luch-
tinlaatopeningen naar beneden gericht
gebruiken. Vervuilde lucht kan aangezogen
worden.
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Het apparaat moet altijd met een
van de mondstukken worden gebruikt.
GEVAAR! Gevaar voor letsel!
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Vöór alle
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden
apparaat uitschakelen en netstekker loskop-
pelen. Wacht, totdat alle bewegende delen
compleet stil staan en het apparaat is afge-
koeld.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Zorg ervoor
dat onbevoegde personen geen toegang tot
het apparaat hebben!
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Ondeskun-
dig uitgevoerde reparaties kunnen ertoe lei-
den dat uw apparaat niet meer veilig functi-
oneert. U brengt daarmee zichzelf en uw
omgeving in gevaar.