38
NEDERLANDS
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies)
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een
gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige
productontwikkeling en innovatie maken
tot een van de betrouwbaarste partners
voor gebruikers van professioneelgereedschap.
Technische gegevens
D27300
Spanning V
AC
230
Type 2
Vermogen W 2100
Afgegeven vermogen W 1650
Snelheid onbelast max/min
-1
6200
Aanvoersnelheid m/min 5
Zaaghoogte (max.) mm 160
Max. zaagbreedte (max) mm 260
Max. snijdiepte (max)
Schaafstandmm mm 2.5
Vandiktestandmm mm 3
Zaagbladgroottemm mm 20
Gewicht kg 54
L
PA
(geluidsdruk)
dB(A)* 96
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk)
dB(A) 3
L
WA
(akoestisch vermogen)
109
K
WA
onzekerheid akoestisch vermogen)
dB(A) 3.1
* voor het oor van de gebruiker
OPMERKING (ALLEEN D27300): Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een
stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame systeemimpedantie Zmax van
0,27 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van degebruiker.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op een
elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig kan de gebruiker
het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie op hetinterfacepunt.
EG-conformiteitsverklaring
Richtlijn Voor Machines
Vlak- en vandiktebank
D27300
verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische gegevens in
overeenstemming zijn met:
2006/42/EG, EN61029-1:2009 + A11:2010, EN61029-2-3:2011.
Deze producten voldoen ook aan de Richtlijn 2014/30/EU en 2011/65/EU. Neem voor meer
informatie contact op met
via het volgende adres of kijk op de achterzijde van
degebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en
legt deze verklaring af namens
.
Markus Rompel
Vice-President Engineering, PTE-Europa
, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
05.03.2019
WAARSCHUWING: Lees de instructiehandleiding om het risico op letsel teverminderen.
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De definities hieronder beschrijven de ernstgraad voor elk signaalwoord. Gelieve de
handleiding te lezen en op deze symbolen teletten.
GEVAAR: Wijst op een dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, zal leiden
tot de dood of ernstigeverwondingen.
WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden,
zou kunnen leiden tot de dood of ernstigeletsels.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, kan
leiden tot kleine of matigeletsels.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die,
indien niet voorkomen, schade aan goederen kanveroorzaken.
Wijst op risico van een elektrischeschok.
Wijst opbrandgevaar.
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING: Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het
belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans
op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de
onderstaandemaatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar dezeinstructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
Algemene veiligheidsregels
1 . Zorg voor een opgeruimdewerkomgeving.
ʵ Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in dehand.
2 . Houd rekening met de omgeving van dewerkplek.
ʵ Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of
natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap
niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare
vloeistoffen engassen.
3 . Bescherm uzelf tegen elektrischeschokken.
ʵ Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen,
radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder
extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel
wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar teplaatsen.
4 . Houd andere mensen uit debuurt.
ʵ Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het
gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van dewerkplek.
5 . Berg ongebruikt gereedschapop.
ʵ Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard
worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik vankinderen.
6 . Forceer het gereedschapniet.
ʵ Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze
wordtgebruikt.
7 . Maak gebruik van het juistegereedschap.
ʵ Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik
het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld
cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken tezagen.
8 . Draag geschiktekleding.
ʵ Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in
bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis
werkt. Houd lang haarbijeen.
9 . Gebruik beschermendmateriaal.
ʵ Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden
waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort
indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd
eenveiligheidshelm.
10 . Sluit voorziening voor stofafvoeraan.
ʵ Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en
opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren wordengebruikt.
11 . Gebruik het snoer nietverkeerd.
ʵ Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het
snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan
hetsnoer.
12 . Zeker hetwerkstuk.
ʵ Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te
zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine
dan met beide handenbedienen.
13 . Zorg voor een veiligehouding.
ʵ Zorg altijd voor een juist, stabielehouding.
14 . Onderhoud gereedschap metzorg.
ʵ Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg
aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het
gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het
is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie envet.
15 . Trek de stekker van het gereedschap altijd uit hetstopcontact.
ʵ Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer
u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en
snijstukkenverwisselt.
16 . Verwijder stel- enmoersleutels.
ʵ Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd
voordat u het gereedschapgebruikt.
VLAK EN VANDIKTEBANK
D27300