41
NEDERLANDS
2. Draai de knoppen los (
68
,
69
) zodat u de beschermkap/spaanderopvangbak
4
van de
bovenste tafel kuntlosnemen.
3. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak van de bovenstetafel.
4. Draai de beschermkap/spaanderopvangbak 180˚.
5. Houd de 2 externe stofpoortribben van de beschermkap/spaanderopvangbak tegenover
de 2 sleuven in hetzijpaneel.
6. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak naar voren in de microschakelaar
66
.
7. Zet de beschermkap/spaanderopvangbak vast door de knoppen (
68
,
69
) aan tedraaien.
8. Breng de beschermkap
13
omlaag totdat deze contact maakt met de
spaanderopvangbak en zet vast met de hefboom
12
.
OPMERKING: Als u stofafzuiging gebruikt, brengt u de bovenste tafel helemaal omlaag
en bevestigt u de adapter op de stofkoker en brengt u vervolgens de bovenste tafel weer
omhoog tot deze contact maakt met deadapter.
Aanpassing
WAARSCHUWING: Trek vóór de aanpassing altijd de stekker uit hetstopcontact.
De langsgeleiding aanpassen (Afb. I1–I3)
De rechte hoek aanpassen (Afb. I1)
De langsgeleiding heeft een verstelbare stop voor gemakkelijke aanpassing van de
rechtehoek.
1. Maak de klemhandgreep van de hoek los
40
.
2. Drukte langsgeleiding recht omhoog zodat deze volledig verticaal is en zet de
klemhandgreepvast.
3. Plaats een winkelhaak
41
op de tafel en tegen de langsgeleiding
8
.
4. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
a. Draai de moer
42
enkele slagen los en draai de schroef van de stop voor de aanpassing
van de verticale positie
43
in of uit tot de langsgeleiding in een hoek van 90° staat ten
opzichte van de tafel zoals door de winkelhaak wordtaangeduid.
De afschuinhoek aanpassen (Afb. I2)
1. Maak de klemhandgreep van de hoek los
40
.
2. Verplaats de langsgeleiding
8
langs haar lengteas zodat de gewenste hoekontstaat.
3. Controleer dat de onderste rand van de langsgeleiding de bovenzijde van de tafel
9
raakt.
4. Zet de klemhandgreep van de hoekvast.
De schaafbreedte aanpassen (Afb. I3)
1. Maak de klemhandgreep van de langsgeleiding los
7
.
2. Verplaats de langsgeleiding
8
over de bovenste tafel
9
voor de gewenstebreedte.
3. Zet de klemhandgreep van de langsgeleidingvast.
De beschermkap afstellen (Afb. J)
De beschermkap kan worden afgesteld op iedere vaste positie boven de tafel voor een
optimaleafscherming.
WAARSCHUWING: Het is belangrijk dat u altijd de beschermkap afstelt op de
schaafbreedte en de hoogte van hetwerkstuk.
De breedte aanpassen
1. Draai de vergrendelknop
44
los.
2. Verplaats de beschermkap
13
naar de gewenstebreedte.
3. Maak de afstelknopvast.
De hoogte aanpassen
1. Maak de klemhandgreep los
12
.
2. Verplaats de beschermkapbeugel
45
naar de gewenstehoogte.
3. Zet de klemhandgreepvast.
De schaafdiepte aanpassen (Afb. K, L1–L3)
Schaafstand (Afb. K)
1. Draai de vergrendelring
46
los.
2. Pak de diepteafstelknop
10
vast en pas de schaafdiepte aan met behulp van de
schaal
47
.
- Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt latenafnemen.
- Draai naar links als u de schaafdiepte wilt latentoenemen.
3. Maak de vergrendelringvast.
Vandiktestand (Afb. L1–L3)
1. Plaats de hefhandgrepen
2
op het uiteinde van de hefas
48
(Afb. L1).
2. Draai de handgreep (rechts) tot deze contact maakt met deasmoer.
3. Draai de hefhandgreep naar links totdat deze uitkomt bij het gat en de vlakke zijde van
deas.
4. Draai met een inbussleutel van 2,5 millimeter de deuvel van de hefhandgreep (Afb.
L2)vast.
- Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt latenafnemen.
- Draai naar links als u de schaafdiepte wilt latentoenemen.
5. Lees de voltooide dikte van uw werkstuk af op de diepteafstellingsschaal
5
(Afb. L3).
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten
kan letselveroorzaken.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met hetwerkstuk.
Voor ingebruikneming
• Verwijder vreemde voorwerpen. Schaaf geen hout met losse knoesten. Schaaf geen hout
dat veel knoesten heeft en erg kromis.
In- en uitschakelen (Afb. M)
De aan/uit-schakelaar biedt meerdere voordelen:
Geen-voltage vrijgavefunctie
Als de stroom om een bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw
wordenbediend.
Motoroverbelastingsbescherming
Als de motor overbelast wordt, wordt de stroomvoorziening naar de motor afgesloten. Laat,
als dat gebeurt, de motor 2 minuten afkoelen en druk daarna op de groenestartknop.
1. Schakel de machine in door op de groene startknop te drukken
53
.
2. Schakel de machine uit door op de rode stopknop te drukken
54
.
WAARSCHUWING: Schakel de machine altijd uit wanneer het werk is voltooid en
voordat u de stekker uit het stopcontacttrekt.
Schaven (Afb. N1, N2)
1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven wordtbeschreven.
2. Pas de langsgeleiding aan als dat nodigis.
3. Pas de beschermkap aan voor een optimaleafscherming.
4. Stel de schaafdieptein.
5. Schakel de machinein.
- Voer het werkstuk langzaam onder de beschermkap aan, terwijl u het stevig tegen de
langsgeleiding gedrukthoudt.
- Voer het werkstuk aan in de richting van denerf.
- Denk eraan de aanduwstok te gebruiken wanneer u dicht bij de beitelkopkomt.
Vandikteschaven (Afb. A2, O1, O2)
1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven wordtbeschreven.
2. Breng de beschermkap omlaag
13
.
3. Stel de schaafdieptein.
4. Schakel de machinein.
- U bereikt de beste resultaten wanneer het werkstuk ten minste één vlak
oppervlakheeft.
- U bereikt de beste resultaten wanneer u beide zijden van het werkstuk schaaft tot de
gewenste dikte isbereikt.
2,5
0,8
0
20 50 100 150 200
250
300
olg de richtlijnen voor de spaanafname en breedte van het materiaal
zoals aangegeven in onderstaande tabel
.
Breedte van het materiaal (mm)
Zacht hout
Hard hout
1,6
5. Voer het werkstuk langzaam aan in demachine.
6. Voer het werkstuk aan in de richting van denerf.
Afbrokkeling
Afbrokkeling is een deuk die wordt gemaakt wanneer de uiteinden van het werkstuk in
contact komen met de beitels. U kunt afbrokkeling voorkomen door:
1. Het werkstuk vlak te houden gedurende de geheleschaafbewerking.