83
NEDERLANDS
5. Begin altijd met een lagere momentwaarde-instelling, ga
vervolgens naar een hogere momentwaarde-instelling om
schade aan het werkstuk of de bevestiging tevoorkomen.
Boorbediening (Afb.E)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te
verkleinen, dient u het gereedschap uit te schakelen en van
het stopcontact te ontkoppelen voordat u hulpstukken of
accessoires verwijdert ofplaatst.
WAARSCHUWING: Om het risico op letsel te verkleinen,
dient u ALTIJD ervoor te zorgen dat het werkstuk verankerd
is of goed is vastgezet. Als u door dun materiaal boort,
gebruikt u een houten “reserveblokkering” om schade aan
het materiaal tevoorkomen.
1. Draai de kraag
3
naar het symbool van de hamer nog
veelplezier.
2. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de
versnellingswisselaar zodat de snelheid en torsie aan de
geplande actievoldoen.
3. Voor hout gebruikt u spiraalboren, steekboren, grondboren
of zaagboren. Voor metaal gebruikt u hoge snelheid
spiraalboren of zaagboren. Gebruik een smeermiddel als
u metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn gietijzer en
koper, die droog dienen te wordengeboord.
4. Pas altijd druk toe in een rechte lijn met het boortje. Gebruik
genoeg druk om te blijven boren, maar druk niet zo hard dat
de motor vastloopt of het boortjeeruitvliegt.
5. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast om
tegengewicht te bieden aan de draaiende beweging van de
boor. Als het model niet is uitgerust met een zijhandvat, pak
dan de boor met één hand op het handvat en één hand op
deaccuset.
VOORZICHTIG: Boor kan vastlopen als deze te zwaar
belast is zodat hij plotseling uit uw handen kan draaien.
Verwacht altijd dat de motor kan vastlopen. Pak de boor
stevig vast om tegengewicht te bieden aan de draaiende
beweging en om letsel tevoorkomen.
6. ALS DE BOOR IS VASTGELOPEN, wordt dit meestal
veroorzaakt doordat hij te zwaar belast is of door onjuist
gebruik. LAAT DE DRUKSCHAKELAAR ONMIDDELLIJK
LOS, verwijder het boortje uit het werkstuk en stel de reden
van het vastlopen vast. KLIK DE DRUKSCHAKELAAR NIET
AAN EN UIT IN EEN POGING OM DE VASTGELOPEN
BOOR WEER TE STARTEN — HIERMEE KAN SCHADE
AAN DE BOOR WORDENTOEGEBRACHT.
7. Om het vastlopen te minimaliseren of om niet door het
materiaal heen te breken, vermindert u de druk op de boor
en haalt u het boortje door het laatst aangeboorde deel van
het gatterug.
8. Laat de motor lopen terwijl u het boortje uit een boorgat
haalt. Hierdoor loopt het nietvast.
9. Met variabele snelheidsboren is het niet nodig om een gat
te maken waar er moet worden geboord. Gebruik een lage
snelheid om het gat aan te boren en versnel dit door harder
op de drukschakelaar te drukken als het gat diep genoeg is
om te boren zonder dat het boortje eruitglipt.
Schroevendraaierbediening (Afb.D)
1. Selecteer het gewenste snelheid/momentwaardebereik
met de duale bereikversnellingskiezer om overeen te
komen met de snelheid en momentwaarde van de
geplandetoepassing.
2. Zet de aanpassingskraag
3
van de momentwaarde in
de gewenste positie. Lagere nummers geven lagere
momentwaarde-instellingen aan; hogere nummers geven
hogere momentwaarde-instellingenaan.
3. Plaats het gewenste bevestigingsaccessoire in de
boorhouder zoals u met ieder boortje zoudoen.
4. Voer enkele testruns op een proefstukje uit of in gebieden
die niet zichtbaar zijn om de juiste positie van de
koppelingskraag vast testellen.
Juiste positie van de handen (Afb.C)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotselingreactie.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
9
en één hand op deaccu
7
.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
1. Zet het gereedschap uit en sluit het af van destroombron.
2. Pak de zwarte huls van de boorhouder met één hand vast
en gebruik uw andere hand om het gereedschap. Draai de
huls tegen de klok in (gezien vanaf de voorzijde), net zover
totdat het gewenste accessoire erinpast.
3. Zet het accessoire ongeveer 19mm in de boorkop. Zet
stevig vast door de boorkop met één hand naar rechts te
draaien terwijl u het gereedschap met de andere hand
vasthoudt. Blijf de kraag van de boorkop draaien totdat u
een aantal ratelende klikken hoort, zodat gegarandeerd is
dat het accessoire maximaalvastzit.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de boorhouder met één
hand op de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximalestevigheid.
U kunt het accessoire losmaken door stap 1en 2die hierboven
worden vermeld, teherhalen.