72
NEDERLANDS
Vermogenmeter (Afb. B)
Er zijn
-accu’s met een vermogenmeter en deze bestaat
uit drie groene LED-lampjes die een aanduiding geven van de
hoeveelheid lading die de accu nogheeft.
U kunt de vermogenmeter inschakelen door de knop van
de vermogenmeter
20
in te drukken. Een combinatie van
de drie groene LED-lampjes gaat branden en dat geeft een
aanduiding van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
Wanneer de lading in de accu onder het bruikbare niveau
ligt, gaat de vermogenmeter niet branden en moet de accu
wordenopgeladen.
OPMERKING: De brandstofmeter geeft slechts een indicatie
van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. De meter
geeft geen aanwijzingen over de functionaliteit van het
gereedschap en is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de toepassing door
deeindgebruiker.
Bithouders wisselen (Afb. C)
1. Draai de vergrendelkraag
3
1/4 slag om de neus uit de
behuizing teontgrendelen.
2. Trek de neus
4
uit debehuizing.
3. Om te verwijderen:
a. Pak de bithouder
22
vast.
b. Druk het in de behuizing terwijl u de kraag indrukt
21
.
c. Draai de bithouder tot de koppelingvastslaat.
d. Trek de bithouder naar buiten terwijl u de kraag
ingedrukthoud.
4. Duw en draai de nieuwe bithouder in de behuizing terwijl
u de kraag ingedrukt houd, tot de vergrendeling in de groef
van de bithouderschachtklikt.
5. Herplaats de neus
4
door deze in de behuizing te plaatsen
en 1/4 slag te draaien, zodat de pijl op de behuizing op één
lijn staat met het vergrendelingssymbool op dekraag.
Bits wisselen (Afb. C)
1. Draai de vergrendelkraag
3
1/4 slag om de neus uit de
behuizing teontgrendelen.
2. Trek de neus
4
naar voren en verwijder deze uit
debehuizing.
3. Gebruik een tang om een versleten bit te verwijderen en
plaats een nieuwbit.
Diepte instelling
Volg de markering op de kraag om de bevestigingsdiepte te
verhogen of te verlagen. Draai de kraag naar rechts om de
schroef dieper in het werkstuk te schroeven. Draai de kraag naar
links om de schroef minder diep in het werkstuk teschroeven.
Voor ingebruikneming
1. Controleer dat uw accu (geheel) isopgeladen.
2. Plaats de geschikte accessoire voor deaandrijving.
3. Selecteer de rotatie vooruit ofachteruit.
4. Stel de geschikte aandrijfdieptein.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
Juiste handpositie (Afb. D)
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig
persoonlijk letsel, plaats ALTIJD uw handen in de juiste
positie, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig persoonlijk
letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig vast, zodat u
bent voorbereid op een plotselingeterugslag.
Voor de juiste handpositie zet u één hand op de achterkant van
de handgreep. Pas op dat u de luchtgaten niet blokkeert
24
.
In- en uitschakelen (Afb. A)
1. U kunt het apparaat in werking zetten door op de schakelaar
voor variabele snelheid te drukken
7
. De druk die u
uitoefent op de schakelaar voor variabele snelheid bepaalt
de snelheid van hetgereedschap.
2. Als u het gereedschap wilt laten stoppen laat u de
schakelaar voor de variabele snelheid los
7
.
Vergrendelingsknop
Om de aan/uit-schakelaar
7
in de aan-stand te vergrendelen,
drukt u op de aan/uit-schakelaar en daarna op de
vergrendelingsknop
9
. Het gereedschap blijft draaien. Om het
gereedschap uit te schakelen als deze is vergrendeld, drukt u
eenmaal op de aan/uit-schakelaar en laat u deze los. U kunt
horen en zien dat de vergrendelingsknop naar benedenschuift.
VOORZICHTIG: Controleer voordat u het gereedschap
gebruikt (elke keer) dat het vergrendelingsmechanisme
vrij kan bewegen. Zorg ervoor dat u het
vergrendelingsmechanisme ontgrendeld voordat u de
accu verwijderd. Als u dit niet doet zal het gereedschap
meteen starten zodra de accu wordt geplaatst. Dit kan
schade of letsel tot gevolghebben.
Schroeven (Afb. A, D)
Voor het beste resultaat, houdt u de schroevendraaier vast met
uw hand op één lijn met de schroef en drukt u op de variabele
snelheid schakelaar met de laatste één of twee vingers van uw
hand. Dit verminderd de kans dat de schroef uit het hulpstuk
schuift wanneer er druk op wordtuitgeoefend.
Om de schroef vast te draaien, plaatst u het op het bit en drukt
u de variabele snelheid schakelaar in en duwt u de schroef met
een soepele, doorlopende beweging in het werkstuk. Als de
schroef vastzit, zal de koppeling automatischontkoppelen.
1. Plaats het bit in debithouder.