68
NEDERLANDS
De klok handmatig op tijd zetten:
1. Druk op de Menuknop
10
.
2. Scroll met de pijlknoppen
5
naar 'Klok op tijd' zetten op de
LCD-display en druk op de Enter/Display-knop
7
.
3. Scroll naar 'Datum en Tijd' en druk op de Enter/Display-
knop
7
.
4. Stel de datum en de tijd in met de linker en
rechterpijlknoppen.
5. Wanneer de gewenste tijd is ingesteld, drukt u op de Enter/
Display-knop en bevestigt u deinstelling.
Andere opties uit het menu Klok op tijd zetten:
• Tijdsindeling: Selecteer een indeling voor de tijdsweergave
van 12 uur of 24 uur
• Datumindeling: Selecteer de indeling van de
datumweergave , MM/DD/JJJJ, JJJJ/MM/DD of DD/MM/JJJJ.
De geheugenknoppen programmeren
U kunt tien DAB- en tien FM-radiozenders onafhankelijk van
elkaar instellen. Wanneer u de knoppen hebt geprogrammeerd
hoeft u maar op 1-2, 3-4, 5-6, 7-8 of 9-10 te drukken en de
frequentie gaat onmiddellijk over op devoorkeuzezender.
1. Stel de radio in op de zender van uw keuze (zie Functie
Afstemmen ofZoeken).
2. Houd één van de geheugenknoppen
8
van uw keuze
ingedrukt totdat het nummer van de voorkeuzezender
begint te knipperen in de LCD-display
11
. Laat de knop
los en wacht tot de getoonde voorkeuzezender niet meer
knippert in dedisplay.
Onder iedere geheugenknop kunnen twee voorkeuzezenders
wordenopgeslagen.
Een tweede voorkeuzezender opslaan:
1. Stel de radio handmatig in op de zender van uw keuze (zie
Functie Afstemmen ofZoeken).
2. Houd één van de geheugenknoppenvan uw keuze
ingedrukt totdat het nummer van de voorkeuzezender
begint te knipperen in de LCD-display.
3. Druk een tweede keer op de knop van de
voorkeuzezender zodat het nummer van de volgende
voorkeuzezenderverschijnt.
4. Laat de knop los en wacht tot de getoonde
voorkeuzezender niet meer knippert in dedisplay.
DE EQ AFSTELLEN
U kunt de hoge en lage tonen aanpassen door de
EQ-instellingen(Equalisation) van deradio tewijzigen.
1. Druk op de Menu-knop
10
en selecteer met de pijltoetsen
'Sound EQ'.
2. Druk op de rechter pijlknop voor meer lage tonen en op de
linker pijlknop voor minder lagetonen.
3. Wanneer u de gewenste aanpassing tot stand hebt
gebracht, drukt u op de Enter/Display-knop
7
.
4. Herhaal stap 2 en 3 voor aanpassing van de hogetonen.
Audio Weergeven via een Extern Toestel
(Afb. A)
U kunt met een voor Bluetooth® geschikt toestel audio
weergeven over de Lader/radio via een draadloze Bluetooth®-
verbinding of u kunt het audiotoestel of de mobiele
telefoon met een audiokabel van 3,5 mm aansluiten op
de audiopoort
15
, die zich in het opbergvak van het
toestel
4
bevindt.
De Lader/radio koppelen met een Bluetooth®-
audiotoestel
1. Plaats de Lader/radio en de Bluetooth®-audiobron op een
afstand van maximaal 1m vanelkaar.
2. Zet de Lader/radio aan door op de aan/uit-knop
1
tedrukken.
3. Druk op de Bluetooth®-knop
13
of zit met de standen de
unit in de Bluetooth®-stand (BT). De Bluetooth®-knop zal
dan langzaam knipperen. De radio zal dan proberen een
toestel te vinden waarmee al eerder een koppeling tot stand
is gebracht. Als dat lukt, blijft de Bluetooth®-knop branden
en knippert nietmeer.
4. Wilt u de koppeling met een ander toestel tot stand
brengen, druk dan op de Bluetooth®-knop en die moet dan
snel beginnen te knipperen. Zolang de Bluetooth®-knop
snel knippert, probeert het toestel een koppeling tot stand
tebrengen.
5. Bevestig de koppeling op uw toestel. (Raadpleeg de
instructiehandleiding van uw toestel voor speciale
instructies voor het koppelen.)
OPMERKING: Als de koppeling niet binnen 2 minuten
wordt bevestigd, stopt het LED-indicatielampje met snel
knipperen en gaat het lampje op de Lader/radio weer om
de halve secondeknipperen.
6. Wanneer het is gelukt de koppeling tot stand te brengen
blijft het/de Bluetooth®-indicatielampje/-knop
13
ononderbroken branden. De Lader/radio geeft nu de muziek
van uw toestelweer.
Indicatielampje van status Bluetooth®
LED-
indicatielampje
Status/Stand
Regelmatig
knipperend (interval
van een halve
seconde)
Lader/radio is niet gekoppeld of
staat in de stand voor hetkoppelen.
Snel knipperend Lader/radio kan worden gekoppeld
en kan worden gedetecteerd door
uwtoestel.
Lampje brandt
ononderbroken
Lader/radio is verbonden met
eentoestel.
Lampje brandt niet Lader/radio is
(tijdelijk)uitgeschakeld.