Nederlands
C De reële temperatur wordt getoond. Het display licht op, statusweergave theoretische temperatuur (35) is uit.
Door 1x op de bedieningstoets (36) te drukken wordt de opgeslagen theoretische temperatuur aangegeven. De status-
weergave theoretische temperatuur (35) licht op. Het display gaat na 5 sec. terug naar de reële temperatuur.
7.2
Weergavemodus
Fabrieksinstelling van de theoretische temperatuur = 24°C (75°F).
Temperatuurinstelling:
D De bedieningstoets (36) ca. 3 sec. ingedrukt houden. De theoretische temperatuur knippert (de temperatuurindicatie
(34) en de statusweergave theoretische temperatuur (35) knipperen).
E De gewenste theoretische temperatuur instellen door de bedieningstoets kort in te drukken. 1x indrukken = verhoging
met 1°C (2°F). Wanneer de maximale instellingswaarde 34°C (93°F) bereikt is begint het display weer bij 18°C (64°F).
F Is de gewenste theoretische temperatuur ingesteld dan moet gewacht worden tot het display weer knippert. Daarna
de bedieningstoets (36) ca. 3 sec. ingedrukt houden om de gewenste theoretische temperatuur op te slann. Na 15 sec.
zonder invoer gaat het display terug naar de weergavemodus en blijft de vorige instelling behouden (kinderveiligheid).
7.3
Instelmodus theoretische temperatuur
7.4
Systeemmeldingen
De controlelamp licht op. De ingestelde theore-
•
De ingestelde watertemperatuur is nog niet
De reële en de theore- tische temperatuur ligt bereikt (kan tot 24 uur duren).
tische temperatuur wor- meer dan 2°C boven
•
Het watervolume is te groot.
den afwisselend getoond. de watertemperatuur. De omgevingstemperatuur verhogen
en/of het watervolume verlagen.
De controlelamp is uit. De ingestelde theore-
•
De temperatuur van het aquariumwater verla-
De reële en de theore- tische temperatuur ligt gen door kouder zuiver water, koelaccu’s, e.d.
tische temperatuur wor- meer dan 2°C onder
•
De omgevingstemperatuur verlagen.
den afwisselend getoond. de watertemperatuur. De verwarming kan niet koelen.
41
A Controlelamp (33) licht niet op = verwarmer uit.
B Controlelamp (33) licht op = verwarmer warmt op.
7.1
Bedrijf
Het bedieningsveld en de software geeft aan wanneer de filteronderdelen moeten worden gereinigd.
•
Bij verminderte filtercapaciteit onderhoudswerkzaamheden (ongeveer elke 3 tot 6 maanden) uitvoeren.
•
Eerst voorfilter reinigen (8.1).
•
Als reiniging voorfilter onvoldoende is: Alle filterinzetstukken reinigen (Hoofdreiniging 8.2).
•
Als hoofdreiniging onvoldoende is: Pompkamer reinigen (8.3).
8 Onderhoud en verzorging
8.1
Voorfilter reinigen
Aanwijzing: Blauwe filtermat na 3 maal reiniging vervangen.
1. Netsnoer (30) loskoppelen. 2. Veiligheidsadapter (13) en pompkop (17) demonteren (Hoofdstuk 3, Stap 1 -
3). 3. Voorfilter (3) verwijderen. 4. Blauwe filtermat (1) verwijderen. 5. Blauwe filtermat (1) onder stromend,