Bepaal met jumperinstelling J8 of de signaleringen standaard actief of inactief zijn:
Als u de jumperinstelling J8 op NC instelt, moet u alle niet-gebruikte signaleringsingangen
doorverbinden.
Signaleringscontactingangen
Signaleringscontacten worden verbroken bij signaleringen
Signaleringscontacten worden gemaakt bij signaleringen
Als de draaischakelaar op 0 of T staat, is de signaleringsunit uitgeschakeld. Hierbij is het mogelijk om een externe
UIT-indicatie aan te sluiten (bijvoorbeeld een zwaailamp). Wanneer de draaischakelaar op 0 of T staat, wordt deze
indicatie ingeschakeld (de zwaailamp gaat branden).
Bepaal met jumperinstelling J8 de signaleringscontactingang:
De signaleringsunit ondersteunt fasebewaking. Wanneer de fasespanning onder 80 Vac daalt, volgt een
signalering. Indien gewenst kunt u met potentiometers P1, P2 en P3 de fasebewakingsspanning per fase
aanpassen.