12
NL
openen, omdat hierdoor gevaarlijke stoffen
kunnen vrijkomen.
• Gebruikdeacculadernietwanneererveel
vochtigheid aanwezig is.
• Steldeaccu(endeacculader)nietbloot
aan fel zonlicht en hoge temperaturen.
• Hetismogelijk,dattijdenshetopladen
het accuzuur begint te koken. Dit is niet
ongebruikelijk. Kijk goed uit voor spatten,
wantaccuzuurisagressiefenbijtend!
Schakel in dit geval de acculader uit om
ongelukken te voorkomen en om de accu te
laten afkoelen.
• Hetismogelijkdattijdenshetopladeneen
zgn. detonerend gas vrijkomt. Dit is de
reden waarom de vulschroefdoppen van
de accu opengedraaid worden alvorens
opteladen(nietvantoepassingop
gesloten accu´s, m.a.w. accu´s zonder
vulschroefdoppen).Hetopladendientplaats
te vinden in een goed geventileerde ruimte.
• Deacculaderstoptnietautomatischnahet
opladen van de accu. Daarom moet men
deze uitzetten en vervolgens loskoppelen
van de accu. Laat de acculader evenmin
aangesloten op het lichnet nadat de accu
volledig opgeladen is.
• Dezemodelserieisalleengeschiktvoor
het opladen van de zuur- en loodhoudende
accu’s in tabel 1 en het starten van auto’s.
De apparaten mogen niet voor andere
accu’s en accessoires worden gebruikt.
Zij mogen ook niet worden gebruikt als
gelijkstroombron in verband met gevaar
voor brand en elektrische schok.
• Deladermaguitsluitendaaneenpassend
stopcontact met randaarde worden
aangesloten.
• Bijgebuikvandeaccumoetwaterenzeep
beschikbaar zijn. De accu bevat corrosieve
stoffen die gevaarlijk zijn voor huid en
ogen. Als u per ongeluk met deze stoffen
in aanraking komt, moet u direct met water
afspoelen en een arts raadplegen.
• Deaccubevateengrotehoeveelheid
energie. De plus- en minpool mogen
niet gelijktijdig met metaal in aanraking
komen. Er bestaat dan kans op kortsluiting,
persoonlijk letsel of brand.
• Niet-oplaadbarebatterijenmogenniet
worden opgeladen.
• Deaccuklemdienietaanhetchassiswordt
aangebracht, moet als eerste worden
aangesloten. De andere aansluiting wordt
met het chassis verbonden, uit de buurt van
de accu en de brandstofleiding. Dan wordt
de acculader aan het lichtnet aangesloten.
• Slechtfunctionerenofschadeaanhet
stopcontact of aan het netsnoer.
• Rookofstank,veroorzaaktdoor
verschroeide of verbrande isolatie.
Draag altijd een veiligheidsbril en oude
kleren wanneer u aan een accu werkt,
want accuzuur is een agressief en
bijtend product!
Voordat u de acculader inschakelt dienen de
volgendestappenondernomenteworden(Fig.
1):
• Wanneerdeaccunogaangeslotenisdient
deze eerst ontkoppeld te worden,
• eerstdenegatievepool(A);
• dandepositievepool(B)!
Het is aanbevolen om de accu uit het
voertuig te verwijderen alvorens op te laden.
• Controleerhetpeilvanhetaccuzuur.
Verwijder hiervoor eerst de
vulschroefdoppen, controleer vervolgens
het peil en, indien nodig, vul bij met
gedestilleerdwater(verkrijgbaarbijde
drogist).Deelectrischeladingkangemeten
worden met een hydrometer.
• Maakdecontactpuntenenpolenschoon.
Dit kan gedaan worden met een staalborstel
of met schuurpapier.
• Bevestigeerstdepositieveklemvande
lader(rood)aandepositievepool(+)van
de accu. Bevestig vervolgens de negatieve
klemvandelader(zwart)aandenegatieve
pool(-)vandeaccu.
Controleerofdeklemmenvandeacculader
goed contact maken met de accu.
• Devolgendestappendienenteworden
genomen met behulp van de informatie,
zichtbaar op het laad-controle display.
• Deladermagnietdirectopdeaccuworden
gelegd of omgekeerd.
• Alsdetemperatuurvandeaccutijdens
hetladenhogerwordtdan40°C,dientde
laadstroom te worden verlaagd, als de