NL
34
Dit houdt in dat de vriezer optimaal werkt
bij een ruimtetemperatuur van +16°C -
+32°C.
De kast is voor aansluiting op een wissel-
stroom berekend. De aansluitingswaarden
voor spanning (V) en frequentie (Hz) zijn
op het typeplaatje in de vrieskast aan-
gegeven. De aansluiting dient aan een
wandcontactdoos (stopcontact) met rand-
aarde te geschieden die gemakkelijk toe-
gankelijk moet zijn.
Naast de thermostaat zijn in het
controlepaneel lampen gemonteerd. De
groene lamp “CONTROL” brandt als de
vriezer op de netspanning is aangesloten.
De rode lamp “ALARM” gaat knipperen
wanneer de temperatuur in de vriezer
boven -15°C komt.
De geel-oranje schakelaar met verlichting
"SUPER" is een snelvriesschakelaar.
Bij inschakeling gaat de lamp branden en
gaat de compressor op volle capaciteit
werken. Zie tevens onder “Invriezen”.
Indien de vriezer tijdens transport gelegen
heeft, of in een koude omgeving (kouder
dan +5°C) opgeslagen is geweest, moet er
een rustperiode van minstens 1 uur in acht
genomen worden voordat de vriezer in
gebruik genomen wordt.
Aangeraden wordt om de vriezer voordat
hij opgevuld wordt, met een lauwe en
zachte zeepoplossing te reinigen en gron-
dig af te drogen.
Sluit de stroom aan door de stekker van de
vriezer in het stopcontact te steken.
De groene lamp op het controlepaneel
brandt om aan te geven dat de vriezer op
de netspanning is aangesloten. De rode
lamp op het controlepaneel brandt als
de temperatuur in de vriezer niet laag
(koud) genoeg is.
Stel de thermostaatknop op het contro-
lepaneel in.
De thermostaatknop heeft een sleuf en kan
met behulp van een munt worden
gedraaid.
De thermostaatknop kan tussen de twee
buitenposities "1" en "6" ingesteld worden.
Wanneer de thermostaat in de richting van
de instelling 6 wordt gedraaid, wordt de
temperatuur lager (kouder), en wanneer de
thermostaat in de richting van de instelling
1 wordt gedraaid, wordt de temperatuur
hoger (warmer).
Draai de thermostaatknop bij het starten
midden tussen "1" en "6".
Om de vriezer en de temperatuurmoge-
lijkheden te leren kennen, dient u een
kleine thermometer aan te schaffen.
De temperatuur in de vriezer moet onge-
veer -18°C zijn, aangezien dat de juiste
bewaartemperatuur voor diepvriesproduc-
ten is.
N.B.:
De temperatuur in de vriezer is mede
afhankelijk van de omgevingstemperatuur
alsmede van het aantal keren dat de vrie-
zer wordt geopend en voor hoe lang. Het
kan gebeuren dat de thermostaat instelling
ten gevolge van bovenstaande factoren
gewijzigd moet worden.
Wanneer de thermostaatknop op "1" staat,
is alleen de compressor uitgeschakeld.
Volledige stroomonderbreking kan slechts
door uittrekken van de stekker worden
bewerkstelligd.
De in te vriezen producten moeten lucht-
To Next Page
Loading...
