3. Zet de computer aan en volg de instructies op het scherm.
Als
de reparatie zonder fouten wordt voltooid, kunt u toegang tot het werkge-
bied
van IBM Rescue and Recovery krijgen door de toets Enter of F11 herhaal-
delijk
in te drukken terwijl u de computer opnieuw opstart.
Als er tijdens de reparatie een foutbericht verschijnt, en de reparatie niet kan
worden voortgezet, is er wellicht een probleem met de partitie waarop het
werkgebied van Rescue and Recovery zich bevindt. Gebruik de noodherstel-
media
voor toegang tot het werkgebied van Rescue and Recovery. Informatie
over het maken en gebruiken van noodherstelmedia vindt u in “Noodherstel-
media
maken en gebruiken” op pagina 19.
Stuurprogramma’s installeren of herstellen
Voordat u stuurprogramma’s kunt herstellen of installeren, moet er een
besturingssysteem op uw computer zijn geïnstalleerd. Zorg dat u beschikt over
de documentatie en de diskette(s) of CD(’s) met de software voor het apparaat.
Stuurprogramma’s voor tijdens fabricage geïnstalleerde apparaten bevinden
zich op de vaste schijf van de computer (doorgaans station C) in de map
ibmtools\drivers. Andere stuurprogramma’s worden meegeleverd bij de desbe-
treffende
apparaten.
De meest recente stuurprogramma’s voor bij fabricage geïnstalleerde apparaten
vindt u ook op de website http://www.lenovo.com/think/support/.
U herstelt als volgt een stuurprogramma voor een bij fabricage geïnstalleerd
apparaat:
1. Start de computer en het besturingssysteem op.
2. Roep met behulp van de Windows Verkenner of Deze Computer de
directorystructuur van uw vaste schijf op.
3. Open de map C:\IBMTOOLS.
4. Open de map met stuurprogramma’s (drivers). In deze map bevinden zich
submappen die zijn genoemd naar de diverse apparaten die op uw compu-
ter
zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld voor audio, video en dergelijke).
5. Open de gewenste submap.
6. Herstel het stuurprogramma met een van de volgende methoden:
v In de submap van het apparaat zoekt u het bestand readme.txt of een
ander bestand met de extensie .txt dat informatie bevat voor het opnieuw
installeren van het stuurprogramma. Dit bestand heeft mogelijk de naam
van het besturingssysteem, bijvoorbeeld winxp.txt. In het tekstbestand
vindt u informatie over het opnieuw installeren van het stuur-
programma.
20 Naslagboekje