Hoofdstuk 3. De computer installeren
Lees de publicatie Veiligheid en garantie goed door voordat u begint met het instal-
leren van de computer. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op te nemen,
verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product.
Plaats de computer in een werkruimte die voldoet aan uw wensen en geschikt is
voor het soort werk dat u doet. Meer informatie vindt u in Hoofdstuk 2, “De werk-
plek
inrichten”, op pagina 3.
De computer aansluiten
Lees de volgende informatie voordat u begint met het aansluiten van de computer.
v Zoek de kleine pictogrammen bij de aansluitingen aan de achterkant van de
computer. Sluit de apparaten aan op de poorten met overeenkomende picto-
grammen.
v Als de kabels en het aansluitpaneel van de computer aansluitingen met een
kleurcodering hebben, sluit de kabels dan aan op aansluitingen met dezelfde
kleur. Koppel bijvoorbeeld een kabel met een blauw uiteinde aan een blauwe
aansluiting, een rode kabel aan een rode aansluiting enz.
Opmerking:
Mogelijk heeft uw computer niet alle aansluitingen die in dit gedeelte
worden beschreven; dit is afhankelijk van het specifieke model.
1. Controleer de stand van de voltage-keuzeschakelaar aan de achterkant van de
computer. Zet de schakelaar zo nodig om met een balpen.
Opmerking: Sommige computers hebben geen voltageschakelaar. Deze com-
puters
kiezen automatisch het juiste voltage.
v Als het lichtnet een spanning heeft tussen 100–127 V AC, zet de schakelaar
dan op 115 V.
v Bij een netspanning tussen 200–240 V AC moet de schakelaar op 230 V
staan.
115
2. Sluit de kabel van het toetsenbord aan op de juiste aansluiting; dit kan een
standaard toetsenbordaansluiting 1 zijn of een USB-aansluiting (Universal
Serial Bus)2.
© Lenovo 2005, 2007. Gedeelten © IBM Corp. 2005. 5