Wachtwoorden gebruiken
Met het programma Setup Utility kunt u wachtwoorden instellen om te voorko-
men dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer en gegevens. Zie “Het pro-
gramma
Setup Utility starten” op pagina 19.De volgende soorten wachtwoorden
zijn beschikbaar:
v Gebruikerswachtwoord
v Beheerderswachtwoord
Om
de computer te kunnen gebruiken is het niet noodzakelijk dat u een wacht-
woord
instelt. Als u echter besluit een wachtwoord in te stellen, lees dan de vol-
gende
paragrafen.
Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden
U kunt elke combinatie van maximaal 12 tekens (a-z en 0-9) en symbolen gebrui-
ken.
Omwille van de veiligheid is het verstandig om een sterk wachtwoord te
gebruiken, dat niet eenvoudig kan worden geraden. Wachtwoorden moeten aan de
volgende regels voldoen:
v Ze zijn minstens acht tekens lang
v Ze bevatten minimaal één letter, één cijfer en één symbool
v Ze bevatten ten minste een van de volgende symbolen: , . / ` ; ' []
v U kunt ook spaties gebruiken
v Wachtwoorden voor het programma Setup Utility en vaste-schijfwachtwoorden
zijn niet hoofdlettergevoelig.
v Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam
v Ze vormen geen bekend woord of bekende naam
v Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden
Gebruikerswachtwoord
Als er een gebruikerswachtwoord is ingesteld, kan de computer pas worden
gebruikt als het juiste wachtwoord via het toetsenbord is opgegeven.
Beheerderswachtwoord
Opmerking: In dit gedeelte wordt de term beheerderswachtwoord gebruikt. Deze
term verwijst naar de term Administrator Password of Supervisor
Password die in het programma Setup Utility wordt gebruikt.
Het
beheerderswachtwoord voorkomt dat de instellingen in het programma Setup
Utility door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de
instellingen van diverse computers, is het verstandig met een beheerders-
wachtwoord
te werken.
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het
programma Setup Utility wilt starten een wachtwoordaanwijzing.
Als u zowel een systeem- als een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, kunt u
een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw configuratie-
instellingen
te wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord opgeven.
Een wachtwoord instellen, wijzigen en wissen
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
20 Handboek voor de gebruiker