9
3 Start De geselecteerde foto's afdrukken.
4 Aan/uit De printer in- en uitschakelen.
5 Pijl-omhoog • Bladeren door de menuopties.
• Het geselecteerde gebied voor het bijsnijden van
een afbeelding wijzigen.
• Tien afbeeldingen per keer vooruitgaan op de
geheugenkaart.
Pijl-omlaag • Bladeren door de menuopties.
• Het geselecteerde gebied voor het bijsnijden van
een afbeelding wijzigen.
• Tien afbeeldingen per keer achteruitgaan op de
geheugenkaart.
Rechterpijl (+) • Het aantal afdrukken verhogen.
• Het geselecteerde gebied voor het bijsnijden van
een afbeelding wijzigen.
• De waarde van een menuoptie verhogen.
• De volgende afbeelding op een geheugenkaart
weergeven.
Linkerpijl (+) • Het aantal afdrukken verlagen.
• Het geselecteerde gebied voor het bijsnijden van
een afbeelding wijzigen.
• De waarde van een menuoptie verlagen.
• De vorige afbeelding op een geheugenkaart
weergeven.
6 Aantal exemplaren • Het aantal foto's wijzigen dat u wilt afdrukken.
• Het formaat van het groene bijsnijdvak wijzigen
wanneer u een afbeelding bijsnijdt.
7 Draaien De afbeelding op de display van het
bedieningspaneel 90 graden linksom draaien voor
een betere weergave.
8 Selecteren • Een menuoptie kiezen.
• Een foto selecteren die u wilt afdrukken.
Nr. Knop Functie