41
Inktcartridge terugplaatsen
1 Verwijder de inktcartridge. Zie pagina 31.
2 Plaats de inktcartridge terug in de printer. Zie pagina 32.
3 Druk de foto opnieuw af.
Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen
1 Verwijder de inktcartridge. Zie pagina 31.
2 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water en plaats de doek op
een vlakke ondergrond.
Opmerking: plaats twee vellen papier onder de doek om te voorkomen dat
er inkt op de ondergrond komt.
3 Houd de doek ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg
de spuitopeningen voorzichtig schoon in de aangegeven richting.
4 Houd een schoon gedeelte van de doek ongeveer drie seconden tegen de
contactpunten en veeg de contactpunten voorzichtig schoon in de
aangegeven richting.
5 Herhaal stap 3 en 4 met een schoon gedeelte van de doek.