154
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Er wordt een pop-upvenster
weergegeven met gescande
toegangspunten die geschikt zijn.
v
Selecteer het toegangspunt dat u
mag gebruiken en tik op OK.
v
Selecteer vervolgens Internet en tik
op Verbinden.
Opmerking
Als uw Wi-Fi-provider of
netwerkbeheerder WEP-
codering heeft ingesteld voor de
netwerkbeveiliging, kiest u WEP-
sleutel in het pop-upvenster. Als er
geen WEP-codering is ingesteld,
wordt het pop-upvenster niet
weergegeven.
Als u de sleutel niet kent, vraagt
u dit aan uw Wi-Fi-provider of
netwerkbeheerder.
Als de Wi-Fi-verbinding tot stand
is gebracht, wordt de naam van de
verbinding (SSID) weergegeven in
Draadloos beheer.
Als u Wi-Fi wilt inschakelen, tikt u in
Draadloos beheer nogmaals op Wi-Fi.