DE LUIDSPREKER
GAAT NIET AAN.
HET GELUID IS ZWAK
OF ER IS HELEMAAL
GEEN GELUID.
HET GELUID IS
VERVORMD.
SCHERP KRAKEN/
KLIKKEN BIJ
STEVIGE PASSAGES/
OVERGANGEN.
ONREGELMATIGE
PRESTATIES.
De interne batterij is leeg of de
stroomkabel is niet aangesloten op een
functionerend stopcontact of verbonden
met de stroomaansluiting op de
achterkant van de luidspreker.
De 3,5 mm kabel/ingangskabel/
signaalkabel is niet juist aangesloten op
de luidspreker of de muziekspeler.
Het geluidsniveau op de luidspreker is te
laag.
Het geluidsniveau op de muziekspeler is
te laag.
Het geluidsniveau is te hoog.
Het oorspronkelijke geluidsbestand (mp3)
is van matige kwaliteit.
Excessief afspeelvolume.
Te veel lage/hoge tonen.
Fragmentering als de stroomtoevoer van
de versterker opraakt.
Interferentie door een andere bron of
elektronisch apparaat.
PROBLEEM OORZAAK
PROBLEEMOPLOSSING
348.
To Next Page
Loading...
