Transport, bewaring en verwijdering
101
NL
10 Transport, bewaring en
verwijdering
10.1 Apparaat ontluchten
Wij adviseren het apparaat te ontluchten
als het gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, voordat het wordt getranspor-
teerd of bij vorstgevaar.
Bij het ontluchten wordt het resterende
water uit het apparaat verwijderd.
Voorwaarden:
ū De waterlter is verwijderd.
ū De display geeft de stand-by-indicatie
weer.
1. Plaats een kopje of glas onder de
uitloop.
2. Houd de draaiknop 2seconden inge-
drukt.
» Het menu verschijnt op de display.
3. Navigeer naar het menu Systeem >
Ontluchten.
4. Kies Starten en bevestig uw keuze.
5. Volg de verdere aanwijzingen op de
display.
» Het apparaat wordt opgewarmd.
» Het apparaat wordt ontlucht en daarna
compleet uitgeschakeld.
10.2 Apparaat transporteren
OPGELET
Bevroren restwater kan schade aan het
apparaat veroorzaken.
Zorg ervoor dat het apparaat niet
wordt blootgesteld aan temperaturen
onder 0°C.
Informatie
Transporteer het apparaat in de originele
verpakking. Op die manier vermijdt u
transportschade.
Voer de volgende stappen uit voor u het
apparaat transporteert:
1. Ontlucht het apparaat (zie hoofd-
stuk10.1, pagina101).
2. Leeg het lekbakje en de residubak.
3. Leeg de watertank.
4. Leeg het bonenreservoir.
5. Reinig het apparaat (zie hoofdstuk9.1,
pagina96).
6. Bevestig losse onderdelen (druprooster
enz.) met geschikt plakband.
7. Verpak het apparaat.
10.3 Apparaat verwijderen
De met dit symbool gemarkeerde appa-
raten zijn onderworpen aan de
Europese richtlijn 2002 / 96 / EG
voor WEEE (Waste Electrical and
Electronic Equipment).
Elektrische apparaten horen niet bij het
huisvuil.
Verwijder het apparaat op een milieu-
vriendelijke manier via de geschikte
inzamelkanalen.
11 Technische gegevens
Technische gegevens
Bedrijfsspanning 220 V tot 240 V, 50 Hz
Verbruik max. 1400 W
Pompdruk statisch max. 15 bar
Afmetingen
Breedte
Hoogte
Diepte
255 mm
340 mm
470 mm
Inhoud
Bonenreservoir
Watertank
2 × 135 g
1,8 l
Gewicht (leeg) 9,25 kg
Omgevingsomstandigheden
Temperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
10 °C tot 32 °C
30 % tot 80 %
(niet condenserend)
Waterhardheids-
klasse
°d °e °f
Zacht 0tot10 0tot13 0tot18
Gemiddeld 10tot15 13tot19 18tot27
Hard 15tot20 19tot25 27tot36
Zeer hard > 20 > 25 > 36