52
Aansluiting en bediening
1. Netaansluiting
2. Hoofdschakelaar
3. Aansluiting van het beschermgas
4. Aansluiting van de lastoorts
5. Lastoorts
6. Aansluiting van de koelslangen
7. Aansluiting van de koelslangen
8. Aansluiting van de aardklem (MIG) of de elektrodenhouder
9. Aansluiting van de push-pull lastoorts (optie)
10. Aansluiting van de aardklem (MMA) of de elektrodenhouder
11. Peilen van het koelvloeistofniveau
12. Bijvullen van de koelvloeistof
13. Schakelaar voor de autotransformator (optioneel)
14. Activering van de autotransformator vanuit stand-by (optioneel)
Power
F
F
F
GAS
2-6 Bar
1
3
Max.5bar
2
4
8
13
14
2
4
5
8
Power
GAS
2-6 Bar
1
3
F
F
F
6 - 7
6 - 7
11
12
10
6 - 7
10
9
Afstellen van draadhaspelrem
De draadrem moet ervoor zorgen dat de draadhaspel
voldoende afremt om te voorkomen dat de draad
van de haspel afloopt. De remkracht is afhankelijk
van het gewicht van de haspel en de draadsnelheid.
De fabrieksinstelling is 15 kg.
Afstellen:
• Verwijder de
regelknop door
een dunne
schroevendraaier
achter de knop te
plaatsen en deze
er vervolgens uit te
duwen.
• Stel de draadrem
af door de
zelfborgende moer op de as van de haspelhouder
vaster of losser te draaien.
• Druk de knop terug.
Aansluiting van het beschermgas
De gasslang wordt aangesloten op het achterpaneel
van de stroombron (3), en verbonden met de
gasvoorziening met een gasdruk van 2-6bar.
Een gascylinder kunnen geplaatst worden op de
flessendrager aan de achterkant van het onderstel.
Toortsregeling (Dialoog toorts)
Het stroombereik/draadsnelheid kan worden
ingesteld op de stroombron, en wanneer er een
lastoorts aangesloten is, via deze lastoorts. De
toortsregeling is passief zonder Dialoog toorts.
Draadinvoer
Deze functie wordt gebruikt
voor het doorvoeren van de
draad bijvoorbeeld wanneer de
draad vervangen moet worden.
Gutsen (alleen OMEGA
2
550)
1. Monteer de koolstof-gutstoorts
2. Monteer de persluchtslang aan de compressor.
Stel de druk in tussen 5 en 7 bar
3. Selecteer het MMA programma.
Stel de machine in op max. stroom– niet lager
dan 400A
4. Selecteer koolstofelektrode (6-8 mm)
5. Gebruik beschermende hulpmiddelen:
oorbescherming, lasbril, handschoenen e.d.
Opmerking! Metaalvonken kunnen brandgevaar
opleveren.