51
Aansluiting en bediening
Waarschuwing
Lees de waarschuwingen en
deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door voordat u
de apparatuur aansluit en in
gebruik neemt en bewaar de
informatie eventueel voor
gebruik later.
Toegestane installatie
Netaansluiting
Sluit de machine op de juiste netvoeding aan. Lees
ook het typeplaatje (U
1
) aan de achterkant van de
machine.
0
l
1
Aansluiting beschermgas/plasmagas
Sluit de gasslang voor beschermgas met een gasdruk
van 2-6 bar aan op de achterzijde van de lasmachine
(3). (Opmerking: sommige soorten drukregelaars
vereisen een uitgang gasdruk van meer dan 2 bar om
optimaal te functioneren).
Sluit de gasslang voor plasmagas met een gasdruk van
1-5 bar aan.
Belangrijk!
Om schade aan pluggen en kabels
te voorkomen, is een goede
elektrische verbinding vereist
van aardkabel en toorts op de
machine.
1. Netaansluiting
2. Hoofdschakelaar
3. Gasslang
4. Aansluiting van het beschermgas
5. Aansluiting plasmagas
6. Aansluiting van de lastoorts TIG/PLASMA
7. Aansluiting van de aardklem (TIG/PLASMA) of de elektrodenhouder
8. Aansluiting pilotboog (PLASMA)
9. Aansluiting 7-polige plug (TIG)
10. Aansluiting van de koelslangen -
interne koeling TIG 500A/PLASMA 80A
11. Aansluiting van de koelslangen -
interne koeling TIG 500A/PLASMA 80A
12. Peilen van het koelvloeistofniveau
13. Bijvullen van de koelvloeistof
14. Aansluiting afstandsbediening
15. Aansluiting van de koelslangen -
externe koeling TIG 500A/PLASMA 350A
16. Aansluiting van de koelslangen -
externe koeling TIG 500A/PLASMA 350A
17. CAN verbinding
Gas 2-6 bar
Power
1
F
F
F
3
Plasma
gas
1-5 bar
3
15
16
2
14
5
8
4
6
7
9
10
11
12
13
15
16
17
Cooling Unit
rød/red/rot/rouge