NL
5 – Nederlands
4.7.1 - Geheugenopslag modus I
TABEL 9 - voor het opslaan van een zender in modus I
01. Drukophetknopjeopdeontvangerenhoudditingedrukt(gedurendecirca4s)
02. Laat het knopje weer los wanneer het ledlampje op de ontvanger gaat branden
03. Druk binnen 10s tenminste 3s lang op een willekeurige toets van de te bewaren zender
04. Als de geheugenopslag tot een goed einde is gekomen zal het ledlampje op de besturingseenheid 3 maal gaan knipperen
N.B. – Indien er nog meer afstandbedieningen opgeslagen moeten worden, dient u nogmaals stap 3 binnen 10s uit te voeren.
De opslagfase wordt beëindigd, als er binnen 10 seconden geen nieuwe codes ontvangen worden.
3 s
4 s
x 3
4.7.2 - Geheugenopslag modus II
TABEL 10 - voor het opslaan van een toets op een zender in modus II
01. Druk zoveel maal op het knopje op de besturingseenheid als overeenkomt met het nummer van de gewenste instructie
zoals blijkt uit tabel 5
02. Controleer dat het ledlampje radio op de besturingseenheid zoveel maal knippert als het nummer van de gewenste instructie
03. Druk binnen 10s tenminste 3s op de gewenste toets van de in het geheugen te bewaren zender
04. Als de geheugenopslag tot een goed einde is gekomen zal het ledlampje op de ontvanger 3 maal knipperen
N.B. – Indien er voor dezelfde instructie nog meer zenders opgeslagen moeten worden, dient u punt 3 binnen nog eens 10 s te herhalen.
De opslagfase wordt beëindigd, als er binnen 10 seconden geen nieuwe codes ontvangen worden.
1....4
3 s
x 3
1....4
4.7 - Geheugenopslag van de radiozenders
Elkeradiozenderwordtdoorderadio-ontvangerherkendviaeen“code”dieb
elke andere zender anders is. Er is dus een fase van “geheugenopslag” nodig
waardoordeontvangerinstaatzalznelkeafzonderlkezenderteherkennen;
de zenders kunnen op 2 manieren in het geheugen van de ontvanger opgesla-
gen worden:
Modus I: in deze modus is de functie van de toetsen van de zender reeds
gedeneerdeniseraanelketoetsindebesturingseenheiddeinstructie
gekoppeld zoals die in tabel 5 is weergegeven; er vindt één enkele opslag-
fasevoorelkezenderplaatswaarvanalletoetsenwordenopgeslagen;t-
dens deze fase is het niet van belang op welke toets u drukt en wordt er
slechts één plaats in het geheugen ingenomen. In modus I kan een zender
gewoonlkslechtséénenkeleautomatiseringaansturen.
Modus II:indezemoduskanelkeafzonderlketoetsvaneenzenderaan
éénvande4mogelkeinstructiesvandebesturingseenheidzoalsdiein
Toets T1 Instructie “PP”
ToetsT2 Instructie“Voetgangersopening”
Toets T3 Instructie “Open”
Toets T4 Instructie “Sluit”
N.B. – de zenders met 1 kanaal beschikken alleen over de toets T1, de
zenders met twee kanalen beschikken alleen over de toetsen T1 en T2.
TABEL 5 - geheugenopslag Modus I
1 Instructie “PP”
2 Instructie“Voetgangersopening”
3 Instructie “Open”
4 Instructie “Sluit”
TABEL 6 - instructies beschikbaar in Modus II
T
oets
T1
Instructie “Open”
Automatisering A
T
oets
T2
Instructie “Sluit”
Automatisering A
T
oets
T3
Instructie“Voetgangersopening”
Automatisering A
T
oets
T4
Instructie“Voetgangersopening”
Automatisering A
TABEL 7 - 1
ste
voorbeeld van geheugenopslag in Modus II
T
oets
T1
Instructie “Open”
Automatisering A
T
oets
T2
Instructie “Sluit”
Automatisering A
T
oets
T3
Instructie
“PP” Automatisering B
T
oets
T4
Instructie
“PP” Automatisering C
TABEL 8 - 2
de
voorbeeld van geheugenopslag in Modus II
tabel6weergegevenzn,gekoppeldworden;perfasewordtslechtséén
toetsinhetgeheugenopgenomenenweldiewaaroputdensdegeheu-
genopslag drukt. In het geheugen wordt één plaats voor elke in het geheu-
gen opgeslagen toets ingenomen.
In modus II kunnen verschillende toetsen van dezelfde zender gebruikt
worden om meerdere instructies aan dezelfde automatisering te geven. Zo
wordtbvoorbeeldintabel7alleendeautomatisering“A”aangestuurden
de toetsen T3 en T4 aan dezelfde instructie gekoppeld; of in het voorbeeld
vantabel8waar3automatiseringen“A”(toetsenT1enT2),“B”(toetsT3)en
“C”(toetsT4)wordenaangestuurd.
Omdat de procedures voor geheugenopslag een tdlimiet van
10 s kennen, moet u eerst de aanwzingen in de volgende para-
graaf doorlezen en daarna tot uitvoering daarvan overgaan.
4.5 - Vooraf ingestelde functies
De besturingseenheid van Road400 beschikt over enkele programmeerbare
functies;indefabriekwordendezefunctiesineenconguratieafgestelddie
voor het merendeel van de automatiseringen optimaal is; in ieder geval kunnen
de functies op elk gewenst moment via de juiste programmeringsprocedure
gewzigdworden;raadpleeghiervoorparagraaf“7.2Programmeringen”.
4.6 - Radio-ontvanger
VoorhetaansturenopafstandvanRoad400iserindebesturingseenheideen
radio-ontvanger ingebouwd die op een frequentie van 433.92 MHz werkt en
met de in Tabel 4 aangegeven zenders compatibel is:
TABEL 4 - Zenders
FLOR FLO1R-S - FLO2R-S - FLO4R-S
FLO1RE - FLO2RE - FLO4RE
INTI1 INTI2
ON1E - ON2E - ON4E - ON9E
VERYVR
Codering digitale 12 bits-
vaste code, type FLO
FLO FLO1-FLO2-FLO4-VERYVE Codering digitale 52 bits-
rolling code, type FLOR
SMILO SM2 - SM4 Codering digitale
64-bitsrolling code Bit, type
SMILO
Omdat het type codering verschilt, bepaalt de eerste zender welke ingevoerd
is, ook het soort zenders dat daarna ingevoerd kan worden. Er kunnen maxi-
maal 160 zenders in het geheugen opgeslagen worden.