14 Nederlands HFN005-370
geplaatst waardoor de pulsen dit niveau niet zullen overschrij-
den.
e) De lucht in de omgeving van de unit mag geen vaste of gas-
vormige vervuilingen bevatten. Elk pers- of condensgas kan
zuren of chemische producten produceren, die de unit zouden
kunnen beschadigen.
Let op zwavel, ammoniak en chloor, en bij installatie in omge-
ving van zeewater. Neem voor adviezen of hulp contact op met
de fabrikant.
f) Ondersteun de lucht/gasinlaat en uitlaatleidingen als de
aansluitpoorten onder relatief zware spanningen of krachten
komen te staan.
g) Zorg voor geschikte beschermingen tegen seismische schok-
ken indien de unit in een seismisch gebied is geïnstalleerd.
h) Bescherm de unit tegen brand van buitenaf door gebruik te
maken van een geschikt brandpreventiesysteem op de instal-
latieplek.
i) Bij bedrijfstemperaturen boven 60°C moeten de nodige be-
schermingsmaatregelen worden genomen om brandwonden en
verbrandingen door onopzettelijke en/of toevallige aanraking
te voorkomen.
Installeer het lter/de lters als volgt:
a) Als het lter alleen wordt geleverd als behuizing, zonder het
element en de afvoer,moet de lterbehuizing worden geopend
en zowel het element als de afvoer worden geïnstalleerd, zoals
beschreven wordt in hun respectieve handleidingen.
b) Zo nodig de optionele di erentiële drukaanwijzer of -meter op
de lter installeren (zie Tab. 2) zoals beschreven in de betref-
fende handleiding.
c) Monteer indien nodig de lters in serie, zoals beschreven wordt
in par. 3.1.
d) Monteer ieder(e) lter(s) aan de wand of op andere wijze; Een
montageset voor muren is optioneel verkrijgbaar (zie Fig.1 en
Tab. 2).
e) Zorg ervoor dat alvorens u de lter(s) installeert, het perslucht-
netwerk stroomopwaarts van de lter(s) schoon is en vrij van
onzuiverheden.
f) luit de lter(s) op de persluchtbuisleiding aan (voor afmetingen
van de luchtaansluiting zie Fig.4) door de inlaat en de uitlaat van
de buisleiding aan de lterkop te bevestigen, waarbij de richting
van de pijlen aan de bovenkant van deze gerespecteerd dient te
worden (Fig.2).
g) Controleer in de installatiefase van het lter dat de in Fig. 7 en
tabel 3 aangegeven ruimtes die minimaal noodzakelijk zijn voor
de vervanging van het lterelement gegarandeerd worden.
h) Graden D, Q, P en S: Schrijf de datumvan het instal-
leren van de lter op het label ”Denk eraan uw lte-
relement te vervangen” en plak het op de lterombouw.
Graad C: Plak de gra ek van de lterprestatie die in de verpak-
king zit op de lterombouw.
i) Alleen HFN122-370 (behalve de graden D en C: Monteer de
afzonderlijk geleverde condensaatafvoer op de uitlaat (Fig.6).
j) Open langzaam de afsluiter voor het lter.
k) Laat de lucht gedurende enkeleminuten met de in de ’open’
stand getrokken condensaatafvoer wegstromen (sla de hand-
leiding van de condensaatafvoer er op na). Sluit de afvoer dan
weer.
l) Open langzaam de afsluiter na het lter.
HFN300-370: Controleer, voordat het HFN-systeem onder druk
wordt gezet, of de gesloten vergrendeling (zie Fig.4) op het huis
tegenover depijlopde opvangbakstaat.
LET OP
De koppen en huizen van verschillende lters mogen nooit onder-
ling worden verwisseld daar dit ten koste kan gaan van de integri-
teit van het product.
Montage van de lters in serie
De lters kunnen samen worden aangesloten door gebruik te ma-
ken van de optionele (zie Fig.3 en Tab. 2) 3-polige aansluitstekkers.
Deze worden eenvoudig in de respectievelijke aansluitingen van
de luchtinlaat en -uitlaat van de lters geschroefd.
Meervoudige sti en kunnen gebruikt worden als verschillende l-
ters in een reeks moeten worden aangesloten.
5. Werking en onderhoud
Stel de unit niet bloot aan belastingen die veroorzaakt worden
door herhaalde uctuaties in de ingangstemperatuur van de vloei-
sto en.
N.B.: Gebruik altijd de originele, door de fabrikant geleverde, on-
derdelen.
Geschiedt dat niet dan kan de fabrikant op geen enkele wijze aan-
sprakelijk worden gehouden voor het niet juist functioneren van
de eenheid.
Voor een goede werking moet u het lterelement min-
stens één keer per jaar vervangen.
Het lter met een speci eke ltratiegraad zoals onder weergege-
ven in Tab. 1, moet als volgt worden onderhouden:
Vervanging van het lterelement
Bovendien moet u het lterelement vervangen indien zich een
van de volgende situaties voordoet (gelieve voor het vervangen de
handleiding die bij het element gevoegd is te raadplegen):
• Filters met een di erentiële drukaanwijzer: vervang het ele-
ment als de kleur van de aanwijzer van groen in rood veran-
dert.
• Filters met een di erentiële drukmeter: vervang het element
als de pijl binnen de rode zone ”Element vervangen” komt.
• Filters zonder di erentiële drukaanwijzer of -meter: vervang
het element als er aanwijzingen zijn voor een buitengewone
druka aat of bijzonder veel onzuiverheden (olie, vuil vocht)
stroomafwaarts van de lter.
• Filters met een Graad C element: vervang het element in over-
eenstemming met de aanbevolen arbeidsuren van het element
(zie Tab. 1 en de sticker op de lterombouw).
Graden D, Q, P en S: Schrijf de datumvan de vervanging van het
element op de label ”Denk aan de vervanging van uw lterele-
ment” die bij het element zit, en plak hem op de lterombouw.
kondensaatafvoer:
• De lters met autom. afvoer: zie bijbehorende handleiding.
Verwerken van het gebruikte materiaal
Als afvalcode kan aan de Eural-code 150202 worden gerefereerd.
6. Reserve-onderdleen (zie Tab. 2)
Het gebruik van originele onderdelen wordt aanbevolen.
Bij de aanvraag moeten in de order de artikelcode en zo mogelijk
het model en aantal aangegeven worden.