62 NL/BE
Onderhoud en reiniging / Garantie / Afvalverwerking
Bediening
Q
AAN- / Uitschakelen
Inschakelen:
Druk voor de ingebruikname van het apparaat
op de AAN- / UIT-Schakelaar
6
en houd deze
ingedrukt.
De led-werklamp
4
brandt bij iets of volledig
ingedrukte AAN- / UIT-Schakelaar
6
en biedt
zo de mogelijkheid voor het verlichten van de
werkplek bij ongunstig licht.
Uitschakelen:
Als u het apparaat wilt uitschakelen dient u de
AAN- / UIT-Schakelaar
6
los te laten.
Toerental instellen
De AAN- / UIT-Schakelaar
6
beschikt over een
variabele toerentalregeling. Lichte druk op de AAN- /
UIT-Schakelaar
6
bewerkstelligt een laag toerental.
Met toenemende druk stijgt ook het toerental.
Opmerking: De geïntegreerde motorrem zorgt
voor een snelle stilstand.
Q
Draairichting veranderen
Verander de draairichting, door de draairich-
tingschakelaar
5
naar rechts resp. naar links
te drukken.
Q
Tips en trucs
Controleer vóór de werking of de schroefbit of
boor correct is aangebracht, dat wil zeggen of
deze gecentreerd in de boorhouder is bevestigd.
De schroefbits zijn met maat en vorm gekenmerkt.
Als u niet zeker bent probeer dan eerst of de
bit zonder speling in de schroefkop past.
Draaimoment:
Vooral kleinere schroeven en bits kunnen worden
beschadigd, als u een te hoog draaimoment of /
en een te hoog toerental op de machine instelt.
Harde schroefval (in metaal):
Bijzonder hoge draaimomenten ontstaan
bij-voorbeeld bij metalen schroefverbindingen
met gebruik van steeksleutelinzetstukken. Selec-
teer een laag toerental.
Zachte schroefval (bijv. in zacht hout):
Schroef hierbij echter ook op een laag toerental,
om bijvoorbeeld het oppervlak van het hout bij
het contact met de metalen schroefkop niet te
beschadigen. Gebruik geen verzinkboor.
Neem bij het boren in hout, metaal en
andere materialen strikt de onderstaan-
de punten in acht:
Gebruik bij een boor met een kleine diameter
een hoog toerental en bij een boor met een
grote diameter een laag toerental.
Selecteer bij harde materialen een laag toeren-
tal en bij zachte materialen een hoog toerental.
Borg of bevestig het (indien mogelijk) werkstuk
in een kleminrichting.
Markeer de plaats waar geboord moet worden
met een center of een spijker en selecteer voor
het aanboren een laag toerental.
Trek de draaiende boor regelmatig uit het
boorgat om spanen of zaagsel te verwijderen
en de boor te koelen.
Boren in metaal:
Gebruik metaalboren (HSS). Voor het beste re-
sultaat moet de boor met olie worden gekoeld.
Metaalboren kunnen ook worden gebruikt voor
het boren in kunststof.
Boren in hout:
Gebruik een houtboor met centerspits. Voor
diepe boringen gebruikt u een “Slangschroef-
boor” en voor boorgaten met een grote diameter
gebruikt u een Forstner-boor. Kleine schroeven
in zacht hout kunnen ook zonder voorboren
erin worden geschroefd.
Onderhoud en reiniging
GEVAAR VOOR
LETSEL! Schakel voor alle werkzaamheden aan
Bediening / Onderhoud en reiniging