EasyManua.ls Logo

Parkside PMRDA 20-Li A1 - Begrenzingskabel en Laadstation Verbinden; Sluit Het Laadstation Aan Op de Netvoeding

Parkside PMRDA 20-Li A1
456 pages
Go to English
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
130
NL BE
den. Bescherm gevoelige hindernissen
(bv. bloemperken) op het maaiveld met
behulp van de begrenzingskabel (11).
Bewaar een minimumafstand van 1 m
tussen begrensde hindernissen. Afba-
kenen van hindernissen die deze mi-
nimumafstand niet kunnen aanhouden
als één hindernis (zie afbeelding
).
Zorg ervoor dat de begrenzingska-
bel (11) zich nergens kruist. Het
kan storingen en defecten in de werking
van de grasmaaier veroorzaken.
Bomen
De grasmaaier herkent bomen als een nor-
male hindernis. Uitstekende wortels kunnen
echter schade veroorzaken aan de onder-
kant/messen (20).
Daarom raden we aan om bomen extra af
te bakenen met de begrenzingskabel (11).
Stenen
Ver der kleine stenen (kleiner dan
100mm) uit het maaiveld. Het kan
tot schade aan het apparaat en aan de
messen (20) leiden.
De grasmaaier herkent stenen (groter
dan 100mm) als normale hindernis.
We raden aan om stenen extra af te
bakenen met behulp van de begren-
zingskabel (11).
Hellingen/dalingen
De grasmaaier kan hellingen van maxi-
maal 25° (47 %) aan.
Op een afstand van 1 m van de begren-
zingsdraad mag de helling niet meer dan
5,7° (10 %) bedragen.
Zorg ervoor dat u tussen de begren-
zingskabel (11) en een hindernis
op een helling een afstand van minstens
30 cm en op een daling een afstand van
minstens 40 cm bewaart.
vers/zwembaden
Indien mogelij k moeten vij vers en poelen
worden omgeven door de begrenzingska-
bel (11) of zo worden aangelegd dat de
grasmaaier niet in het water kan duiken.
Dat zou namelij k kunnen leiden tot elektri-
sche schade aan het apparaat.
Paden/straten
Als paden en wegen gelij k liggen met het
gazon, kan de grasmaaier er gemakkelij k
overheen.
Als er een hoogteverschil tussen het maai-
veld en het pad of de straat bestaat, baken
dan het pad of de straat af met een veilig-
heidsafstand van ong. 40 cm.
Smalle passages
Smalle passages op het afgebakende
maaiveld moeten minimaal 1,2m breed
en maximaal 8 m lang zij n (zie afbeelding
).
De breedte van 1,2 m verwij st naar
de afstand van de begrenzingska-
bel. De begrenzingskabel wordt bij het
maaien door de grasmaaier aan beide zij -
den 0,2 m overschreden.
Sluit het laadstation
aan op de netvoeding
1. Sluit de netvoeding (14) via de
laadstekker (16) en de laadcontact-
doos (25) aan op het laadstation (17).
2. Schroef de huls (24) rond de verbin-
ding om deze tegen vocht te bescher-
men.
Begrenzingskabel en
laadstation verbinden
1. Strip ongeveer 10-15 mm isolatie van
beide uiteinden van de begrenzingska-

Table of Contents

Related product manuals