5
WAARSCHUWING!
De fietsendrager gaat na bevestiging en na
een paar gereden kilometers pas echt goed
vastzitten op de trekhaak.
Lichamelijk letsel of materiële schade
veroorzaak
t door het verlies van de
fiet
sendrager.
• Controleer na enkele kilometer de
bevestiging
van de fietsendrager op het
goed vastzitten op de trekhaak.
• Zet de fiet sendrager opnieuw vast indien
deze (te) los op de trekhaak zit.
LET OP!
Als het uiteinde v
an de uitlaat zich in de buurt
van de fietsendrager of fietsen bevindt,
kunnen deze hierdoor worden beschadigd.
Materiële
schade veroorzaakt door hete
uitlaat
gassen.
• Gebruik indien nodig een uitlaatsierstuk
met bocht
.
LET OP!
De achterklep of kofferdeksel kan tegen de
fietsendrager slaan en beschadigd worden.
Mat
eriële schade veroorzaakt door het
openen van
de achterklep of kofferdeksel.
• Een elektrisch bedienbare achterklep
uitschakelen
en deze met de hand
bedienen.
• K
antel de fietsendrager weg voordat de
achterklep
of kofferdeksel wordt geopend.
WAARSCHUWING!
Afdekzeilen verhogen de luchtweerstand. Zij
kunnen losraken en rondvliegen, wat tot
ernstige
ongevallen kan leiden.
Lichamelijk letsel of materiële schade
veroorzaak
t door afdekzeilen.
• G
ebruik geen afdekzeilen of andere
soorten afdekkingen.
WAARSCHUWING!
Het rijden met een gekantelde of ineenvouwen
fietsendrager kan tot ongevallen leiden.
De beweegbare onderdelen van de
fietsendrager zijn in niet volledig gemonteerde
positie
een bron van gevaar.
Lichamelijk letsel of materiële schade
veroorzaak
t door niet juist gemonteerde
fiet
sendrager.
• Haal de fietsendrager van het voertuig als u
die niet nodig heeft.
• Rijd nooit met een gekantelde of
ineenv
ouwen fietsendrager.
WAARSCHUWING!
Het rijden zonder spanbanden kan leiden tot
ongelukken.
Lichamelijk let
sel of materiële schade
veroorzaakt door het verlies van fietsen.
• Cont
roleer voor ieder vertrek de correcte en
stevige bevestiging van de spanband rond
de f
ietsen en de U-beugel van de drager
(zie hoofdstuk ‘Fietsen monteren’).
• Controleer voor het begin van iedere rit de
goede staat en stevigheid van de beide
s
panbanden om het voor- en achterwiel
van de fiets(en).
• T
rek de spanbanden eventueel na.
• Controleer voor het begin van iedere rit, of
de gebruikte spanbanden onbeschadigd en
niet verslet
en zijn.
• Beschadigde of versleten spanbanden
moeten voor het begin van de rit worden
vervangen voor onbeschadigde
spanbanden. Alleen spanbanden die door
de
T
radekar Benelux BV zijn toegestaan,
mogen worden gebruikt.
Veiligheidsadv iezen
WAARSCHUWING!
Delen die buiten de fiets of fietsendrager
uitsteken, kunnen tijdens het rijden
persoonlijke letsels of materiële schade
veroorzaken.
Lichamelijk let
sel of materiële schade
veroorzaak
t door uitstekende onderdelen.
• Mont
eer alleen onderdelen die niet over het
uiteinde van het voertuig uitsteken.
WAARSCHUWING!
Overschrijding van de maximum
belastbaarheid van de fietsendrager,
overschrijding van de maximum toegestane
kog
eldruk van de trekhaak en overschrijding
van h
et maximum toegestane totaal gewicht
van u
w motorvoertuig kunnen tot ernstige
ongevallen leiden.
Lichamelijk letsel of materiële sch
ade
veroo
rzaakt door overbelasting.
• Let op! Houd u onvoorwaardelijk aan de
wettelijke vereisten inzake maximum
lading, toegestane kogeldruk en toegestaan
totaal gewicht van uw voertuig. Overschrijd
deze v
ereisten nie
t.
WAARSCHUWING!
Rijden met gemonteerde
fietsendrager door
ruw (onverhard) terrein kan leiden tot afbreken
van de drager.
Lichamelijk letsel of materiële schade
veroorzaakt door het afbreken van de
fietsendrager.
Alleen geschikt voor gebruik op een
personenauto trekhaak.
• Gebruik de fietsendrager niet in ruw
(onverhard) terrein.