nl
6
12 Ontdooien................................23
12.1 Ontdooien in het vriesvak ..... 23
13 Reiniging en onderhoud.........23
13.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging......................... 23
13.2 Apparaat schoonmaken........ 23
13.3 Onderdelen eruit halen.......... 24
14 Storingen verhelpen ...............25
14.1 Stroomuitval........................... 28
15 Opslaan en afvoeren...............28
15.1 Apparaat buiten gebruik
stellen .................................... 28
15.2 Afvoeren van uw oude ap-
paraat .................................... 28
16 Servicedienst...........................29
16.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD).......... 29
17 Technische gegevens.............29