n TRANSPORT Het gebruik van een heftruck is voorzien om de machine te verplaatsen. De vorken moeten zo breed mogelijk worden ingesteld
en worden in de voorziene uitsparingen van de pallet ingebracht. Het gewicht van de machine staat aangegeven op het etiket met de markering. Met
behulp van het transferwiel (Fig. 1 det. E) kunt u de motorhakfrees op een praktische, comfortabele manier in de positie voor gebruik brengen. Zet
de motor uit vooraleer de machine te vervoeren.
n MONTAGE (Fig.1-2) Om transportredenen is de machine niet volledig gemonteerd. Monteer het weil en bevestig het support van het wieltje
aan het frame met de knevelschroef. Monteer de dissel (G) en bevestig hem met de splitpen (I). Om te frezen moet het weil (E) verwijderd worden.
Fig.2 Het support van de stuurhendel (7) met 4 M6 (10) schroeven bevestigen en 2 ringetjes.
n MONTAGE STUURHENDELS (Fig.2) Plaats de stuurbuizen (2 en 3) in de openingen van detail 5. Zet ze vervolgens met twee M6
schroeven (11), schijfjes (9) en 2 zelfborgende moeren (16) aan de steun (7) vast. Trek ze met de schroef (4) en bijbehorende schijfjes (14) geheel
aan. Fig.1a) De frezen in bedrijf stellen : pak de handgreep vast en druk op de veiligheidspal (M) van de hendel (A), waardoor het ongewenst
aankoppelen van de frezen onmogelijk gemaakt wordt. Trek de starthendel (A) helemaal uit.
De beweging van de frezen tot stilstand brengen: laat de starthendel (A) los.
n GASKLEPHUIS: (Fig. 3) De gaskabel is reeds gemonteerd, zowel op de motor en aan de gashendel (3). Deze gashendel moet worden
bevestigd in gat (A) op de stuurboom door middel van schroef (2) en vergrendeld met moer (1). Let hierbij op dat de hendel (4) vrij kan draaien.
n De startdraad wordt afgesteld door middel van het stelelement (L) dat in de buurt van de hendel (A) aangebracht is, g. 1.
n GEBRUIKSAANWIJZINGEN. Instellen van de hoogte van de bovenste stuurboom (Fig. 2) Stel de hoogte van de bovenste stuurboom af
op uw lichaamslengte en in functie van de werkomstandigheden. Stel de hoogte van de bovenste stuurboom af door de stuurboomconsole ter hoogte
van het langgat te draaien. De hoogte is juist ingesteld wanneer de stuurboom tot op heuphoogte reikt.
n INSTELLEN VAN DE WERKDIEPTE De instelling van de werkdiepte tussen 5 en 12 gebeurt d.m.v. de dieptevoet. Trek de weerklem
uit. Stel de dieptevoet op de gewenste werkdiepte in en vergrendel ponieuw met de veerklem. Onderste stand op de dieptevoet: geringe werkdiepte.
Bovenste stand op de dieptevoet: grote werkdiepte.
n WERKING Zet de motor aan, rijd de machine met de hakmessen op de te bewerken grond, hou de machine vast en druk de dieptevoet in
de grond. Span de koppelingshendel aan de stuurboom aan. De hakmessen graven zich in de grond. Wanneer u de machine nu iets optilt met de
stuurboom trekt de motorfrees zich vooruit. De dieptevoet moet tijdens de werking van de machine altijd in de grond zitten. Om in de wagen of met
een aanhangwagen te vervoeren kunnen de bovenste stuurbomen worden omgeklapt. Schroef de vleugelmoeren aan de stuurboomkop los. Hang de
gaskabel uit de ophanging aan de neus van de stuurboomkop. Schuif de stuurboomkop een beetje naar boven en klap de bovenste stuurboom om.
n CONTROLE VOOR U BEGINT TE WERKEN
LET OP: voordat u de motor start, zorgvuldig controleren of de motor en de cultivator in goede staat van onderhoud is.
BELANGRIJK: bij de eerste behandeling van de machine is, het absoluut noodzakelijk te controleren of de smeerolie in de motor en de aandrijfbak
23
NEDERLAND