108
§BESCHRIJVING VAN DE INTELLIGENTE DIEFSTALBEVEILIGING (voor het model met
intelligent slot)§
1.
Stel het antidiefstalalarm in: wanneer het contactslot van de motorfiets is uitgeschakeld
Geluid- en lichtsignaal: druk de veiligheidsvergrendeling ”lock” van de afstandsbediening kort in. De
claxon produceert een pieptoon, de richtingaanwijzer knippert een keer en het stuurslot is dan
vergrendeld. Na 3 seconden bevindt het slot zich in de alarmstatus met geluid- en lichtsignaal.
Stel alarm: druk de “mute” knop van de afstandsbediening kort in. De claxon produceert een
pieptoon, de richtingaanwijzer knippert een keer en het stuurslot is dan vergrendeld. Na 3 seconden
bevindt het slot zich in de stil alarmstatus.
2. Het antidiefstalalarm opheffen en het alarm automatisch herstellen
In de alarmstatus drukt u op de “mute” knop van de afstandsbediening kort in. De claxon produceert
een dubbele pieptoon, de richtingaanwijzer knippert twee keer en het stuurslot wordt ontgrendeld en
het alarm uitgeschakeld. Als ACC niet wordt ingeschakeld en de ontvanger niet binnen 30
seconden trilt, wordt het alarmsysteem geacht per ongeluk te zijn uitgeschakeld en keert het
automatisch terug naar de oorspronkelijke antidiefstalalarmstatus.
Opmerking: als de “unlock” toets binnen 2 seconden twee keer wordt ingedrukt, wordt het alarm
volledig uitgeschakeld en zal het niet langer meer terugkeren naar de alarmstatus.
3. Snelle instelling van alarm
Zet de motor uit en schakel hem uit in ontgrendelde toestand (de hoofdschakelaar uitzetten). Als het
alarm niet binnen 5 seconden wordt ingesteld, geeft de claxon drie pieptonen vrij en zal het
knipperlicht drie maal knipperen.
4. ACC-noodalarm
In de antidiefstalalarmstatus geeft de claxon alarm wanneer het schakelaarslot met geweld wordt
geopend (hoofdschakelaar staat aan) en zullen de richtingaanwijzers synchroon knipperen. U kunt
dan de “unlock” toets van de afstandsbediening indrukken om de schakelaar te sluiten op het alarm
te stoppen.
Verzeker u ervan dat de hoofdschakelaar op “lock” staat en blokkeer de
stuurhendel wanneer u het voertuig achterlaat
5. Het slot wordt automatisch vergrendeld
In de ontgrendelde toestand wordt de knopvergrendeling van Off naar Lock geschakeld. De
vergrendelingskop wordt dan automatisch na 1 seconde vergrendeld en gaat na 3 seconden over in
de waarschuwingsstatus met geluid- en lichtsignaal. Druk in de vergrendelde toestand één keer op
de ontgrendelingstoets van de afstandsbediening. Als de vergrendelingstatus niet wordt verlaten
binnen 15 seconden, zal het alarm automatisch terugkeren naar de alarmstatus. In de ontgrendelde
toestand schakelt men over van de vergrendelde (“lock”) naar de Off-status, met drie pieptonen
binnen 5 seconden. Het slot zal dan automatisch binnen 15 seconden worden gesloten.
6. Bescherming van de magneetklep voor kwaadwillig gebruik
Als de magneetklep 10 keer continu wordt bediend binnen 10 seconden (korte tijd op “unlock” en
“lock” drukken), wordt dit beschouwd als kwaadwillig gebruik en zal het systeem zichzelf
automatisch beschermen. (10 maal dezelfde functie bedienen en 5 reset- /
ontgrendelingscyclussen)
Druk in beschermde toestand op de afstandsbediening om zoals gebruikelijk te reageren. De
magneetklep zal dan 15 seconden later niet reageren en de beschermde toestand verlaten om terug
te keren naar de normale toestand.
7. Alarm pauzeren
Wanneer het vibratiealarm actief is op het voertuig, kan het alarm worden opgeheven door de
bekrachtigingstoets, de ontgrendeltoets of de mute-toets in te drukken en zal de oorspronkelijke
bekrachtigde toestand niet worden gewijzigd.
To Next Page
Loading...
