1.
Verbind de zwarte sensor met de klem
COM
en de rode sensor met de klem
V
2. Stel de functieschakelaar in op de gewenste wisselspanning
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het
scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
53
1. Verbind de zwarte sensor met de klem
COM
en de rode sensor met de klem
V
2.
Stel de functieschakelaar in op de gewenste gelijkspanning
3.
Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het
scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
Bij het meten van
gelijkspanning geeft het scherm de polariteit van de rode sensor weer.
1. Verbind de zwarte sensor met de klem COM en de rode sensor met de klem
mAΩ voor een maximummeting van 200mA of op de A klem voor een
maximummeting van 10A
2.
Stel de functieschakelaar in op de wisselende intensiteit
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het scherm
wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
1. Verbind de zwarte sensor met de klem COM en de rode sensor met de klem
mAΩ voor een maximummeting van 200mA of op de A klem voor een
maximummeting van 10A
2.
Stel de functieschakelaar in op de Gelijke intensiteit
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het scherm
wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
Bij het meten van gelijkstroom geeft
het scherm de polariteit van de rode sensor weer.
1. Verbind de zwarte sensor met de klem COM en de rode sensor met de klem
mAΩ
2. Stel de functieschakelaar in op de gewenste weerstand
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en lees de waarde af die op het
scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
To Next Page
Loading...
Need help?
General