1. Zet de functieschakelaar op stand F
2. Sluit de transistoradapter aan op de COM-aansluiting en op de mAΩ
-aansluiting
3. Ontlaad de te meten condensator volledig en sluit deze vervolgens aan op de
adapter
4. Lees de waarde af die op het scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
1. Verbind de zwarte sensor met de klem COM en de rode sensor met de klem
mAΩ
2.
Zet de functieschakelaar op stand
3.
Sluit de meetpennen aan op de diode:
(A) Test in de directe richting: sluit de zwarte pen aan op de kathode en de rode pen op
de anode, waarbij de spanning in de doorlaa trichting van een normale diode gemeten
wordt. Het scherm zal een waarde tussen 0,5 en 0,7V aangeven en de geblokkeerde
richting zal «1» aangeven.
(B) Test in de tegenovergestelde richting: sluit de zwarte pen aan op de anode en de
rode pen op de kathode. De diode is goed als er «1» op het scherm verschijnt.
1. Zet de functieschakelaar op stand hFE
2. Sluit de transistoradapter aan op de COM-aansluiting en op de mAΩ
-aansluiting
3. Sluit de transistor aan op de juiste gaten van de adapter, afhankelijk van het type
NPN- of PNP-transistor
4.
Lees de waarde af die op het scherm wordt aangegeven als deze gestabiliseerd is.
1. Verbind de zwarte sensor met de klem COM en de rode sensor met de klem
mAΩ
2.
Zet de functieschakelaar op stand
3. Sluit de meetpennen aan op het circuit en als de weerstand van het circuit <30Ω is,
klinkt de zoemer en verschijnt het symbool op het scherm.
55
1.
Zet de functieschakelaar op stand
NCV
2. Breng de bovenkant van de tester naar het te testen gebied. Wanneer het een
wisselspanning detecteert, klinkt de ingebouwde zoemer en gaat er een rood lampje
branden.
To Next Page
Loading...
Need help?
General