topmark NICKY - Page 3



Zog eoo dat de loopstoel olledig is uitgeoue e dat alle
eegede dele egedeld zij oodat u ee kid i de
loopstoel zet.

Zog eoo dat u kid uite eeik a dit podut is als u deze
i- of uitklapt o letsel te ookoe.

Laat u kid iet et dit podut spele.

Laat u kid iet staa i de loopstoel.

Zet ooit ee da  kid i de loopstoel.

Geuik gee adee aessoies of esee odedele da die i de
geuiksaaijzig ode aaeole.
 Geuik gee aessoies die iet zij goedgekeud doo de faikat.
 Allee odedele eaadigd of aaeole doo faikat/
distiuteu oge ode geuikt.

Zog eoo dat e gee kidee, diee e ojete i de uut a
de loopstoel zij als e ee kid i zit.

She alle plaatse et ope uu e alle eaigs– e kook-
toestelle af.

Vooko dat ae loeistoe, elektiiteitssoee e adee
ogelijke geae ie het eeik a ee kid kue koe.

O geaa oo ugig te ookoe, ag u het kid gee oo-
epe et toue gee, of deze ie het eeik late ligge.
Kijk uit oo godijkoode, optekade a olluike ez.
 Geuik allee op ee lakke odegod, ij a ojete die de
loopstoel zoude kue late katele.
 Reiig stoppes egelag o efue te ehoude.
 ATTENTIE: het geuik a stoppes gaadeet iet olledig dat de
loopstoel zih iet zal eplaatse. Houdt u kid aljd i het ziht
als deze i de loopstoel zit, zelfs ij het geuik a de stoppes.
 ATTENTIE: Geaa ij de tap: eijd esg letsel of de dood.
Blokkee tappe e afstapjes oodat u de loopstoel geuikt, zelfs
ij het geuik a de stoppes.
NL