22
Bij gebruik van voedingsappa-
raten moet erop gelet worden,
dat de uitgangsspanning tussen
11 V en 15 V ligt en de rimpel-
factor van de wisselspanning
< 1,2 Vss bedraagt.
Het is ook mogelijk de
gasafstandsschakelaar met
een gasalarmtoestel of met een
hoofdschakelaar te combineren.
Controle van de werking
Na de inbouw moet de dichtheid
van de gasinstallatie worden ge-
controleerd. In aansluiting daar-
aan volgens gebruiksaanwijzing
alle funkties van het toestel
controleren.
De gebruiksaanwijzing dient
aan de exploitant te worden
overhandigd!