D / 3 NEDERLAND
1.1 Beschrijving
De compressoren waar deze handleiding betrekking op heeft maken deel uit van het
assortiment compressoren voor de bouw. Dit assortiment omvat compressoren met een
elektromotor en een vermogen van 1,5 tot 4 PK en compressoren met een
verbrandingsmotor en een vermogen van 3 tot 11 PK. Alle modellen kunnen een max. druk
van 8 bar bereiken en zijn uitgerust met speciale antistoffilters en wielen waardoor zij zich
bij uitstek lenen voor het gebruik op bouwplaatsen.
1.2 Gebruik waarvoor de machine bestemd is
Op de compressor kunnen een groot aantal pneumatische gereedschappen aangesloten
worden die nuttig zijn voor het dagelijkse werk op de bouwplaats; bij de grotere uitvoeringen
zijn alle compressoren uitgerust met een bouwaansluiting
en een klep voor de onbelaste werking om de perslucht
maximaal te kunnen benutten.
Lees voor de technische specificaties van deze
gereedschappen en de aanwijzingen om deze
gereedschappen op de juiste manier te kunnen gebruiken
de gebruiksaanwijzing van elk afzonderlijk gereedschap.
1.3 Standaard meegeleverde toebehoren (fig. 1)
- Handleiding voor het gebruik en het onderhoud
- Oliepeilstok
- Wielen, trillingsdemper (indien niet reeds gemonteerd)
- Blad met technische gegevens (afmetingen en
gewichten).
1.4 Algemene veiligheidsvoorschriften
Alvorens welke werkzaamheden dan ook met de compressor uit te voeren adviseren wij
u altijd eerst deze handleiding aandachtig te lezen.
De machine is ontworpen, uitgevoerd en beveiligd voor de hierna genoemde toepassingen.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Als de machine op een oneigenlijke manier gebruikt wordt of op een wijze die niet in
overeenstemming is met de in deze handleiding vermelde aanwijzingen kan de
CONSTRUCTEUR op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor defecten of
schade.
Wat u WEL moet doen:
U moet weten hoe de compressor onmiddellijk uitgeschakeld kan worden en u moet
tevens het gebruik van alle bedieningselementen kennen.
Vóór alle onderhouds- of reparatiewerkzaamheden is het noodzakelijk om de tank te
legen en de stroom uit te schakelen of de verbrandingsmotor af te zetten om plotseling
starten van de machine te voorkomen.
Na de onderhoudswerkzaamheden is het zinvol om goed te controleren of alle componenten
weer op de juiste manier gemonteerd zijn.
Om de veilige werking van de compressor te garanderen is het noodzakelijk om vóór het
in bedrijf stellen altijd eerst de in het hoofdstuk in bedrijf stellen genoemde controles van
de compressor te verrichten.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van de machine als de machine in werking is, om
letsel door de op de compressor aangesloten apparatuur te voorkomen.
Lees de aanwijzingen van het gereedschap dat geïnstalleerd is aandachtig door; met
name als de verfspuit gebruikt wordt moet de omgeving waarin gewerkt wordt voldoende
geventileerd worden.
Wat u NIET moet doen:
Werk niet in een gesloten ruimte of in de buurt van open vuur.
Raak de cilinderkop, de cilinders, de koelvinnen en de toevoerslang gedurende het
gebruik niet aan omdat deze een zeer hoge temperatuur kunnen bereiken en deze
temperatuur ook daarna nog enige tijd behouden.
Leg geen brandbare voorwerpen, nylon of stoffen in de nabijheid van en/of op de
compressor.
1. ALGEMENE INFORMATIE
1