D / 10
6.STORINGEN OPZOEKEN EN VERHELPEN
Storing
De werkdruk daalt.
Luchtlekkage uit de klep
van de pressostaat als de
compressor langer dan 1
minuut draait.
De compressor stopt en
start niet opnieuw.
De compressor stopt niet
als de maximum druk
bereikt wordt en de
veiligheidsklep treedt in
werking.
De compressor verliest
toeren.
De compressor komt niet
op druk en wordt te warm.
De compressor maakt erg
veel lawaai en dit gaat
gepaard met kloppende en
metaalachtige geluiden.
De compressor stopt
tijdens het werk.
Oorzaak
Het aanzuigfilter is
verstopt.
De startklep voor het
onbelaste aanlopen is
defect.
De motorbeveiliging is
ingeschakeld (ÉÉNFASE-
UITVOERINGEN).
Het thermische relais is
ingeschakeld (DRIEFASEN-
UITVOERINGEN).
De wikkeling is doorgebrand.
De klep van de onbelaste
werking functioneert niet
goed of is defect.
De riem slipt.
De koppakking of de klep
is kapot.
Het glijlager of de bus is
vastgelopen.
De klep van de onbelaste
werking functioneert niet
goed.
De brandstof is op.
Oplossing
Reinig het aanzuigfilter of vervang dit
filter als het beschadigd is.
Vervang de klep.
Schakel de stroomtoevoer naar de
pressostaat uit en druk op de reset-
knop. Als bij het opnieuw starten van
de compressor de motorbeveiliging of
het thermische relais weer inschakelt,
moet u zich tot een vakman wenden.
Wend u zich tot een vakman.
Wend u zich tot een vakman.
Stel de spanning opnieuw af.
Schakel de compressor onmiddellijk uit
en wend u zich tot een vakman.
Schakel de compressor onmiddellijk uit
en wend u zich tot een vakman.
Wend u zich tot een vakman.
Vul de tank met brandstof. Bij sommige
modellen moet de rubberen dop die het
gat in de afdekplaat afsluit er eerst uit
gehaald worden
.