EasyManua.ls Logo

Wilo Jet WJ 204 - Page 17

Wilo Jet WJ 204
48 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
17WILO SE 09/2009
Nederlands
omgegaan, zodat de geometrie en de uitrichting
v
an de hydraulica niet worden veranderd.
De pomp nooit aan de stroomkabel ophangen.
4. Beschrijving van het product en toe-
behoren
Alle typen zijn zelfaanzuigende centrifugaalpom-
pen. Bij de wisselstroom-motoren schakelt de
thermsiche motorbeveiliging de motor bij over-
belasting uit. Na afkoelen van de motor schakelt
de pomp zichzelf automatisch weer in. De pom-
pen zijn uitgevoerd met een mechanische asaf-
dichting.
OPGELET! De pomp mag niet droog lopen.
Indien er schade aan de pomp ontstaat door
droog lopen, vervalt de garantie van de producent.
4.1 Omschrijving van de pomp WJ
De WJ-typen zijn verplaatsbare pompen. De EM-
pompen hebben een handvat en worden aanslu-
itklaar met aansluitkabel, stekker en in-/uit-
schakelaar geleverd.
Standaard-inbouwsituaties
– Afbeelding 1: Zuigbedrijf
– Afbeelding 2: Toeloopbedrijf uit voorraadtank of
drukwateraansluiting met droogloopbeveiliging.
Legenda voor inbouwvoorbeelden (zie afbeeldingen
1 en 2):
Pos. 1 Voetklep met zuigkorf (maaswijdte 1 mm)
Pos. 2 Kogelkraan
Pos. 3 Afsluiter drukzijde
Pos. 4 Keerklep
Pos. 5 Vulschroef pomp
Pos. 6 Aftapplug pomp
Pos. 7 Bevestigingsbeugel toevoerleiding
Pos. 8 Zuigkorf
Pos. 9 Voorraadtank
Pos. 10 Drukwateraansluiting
Pos. 11 3~fase netaansluiting (DM)
Pos. 12 Aan/Uit-schakelaar voor 1~230V -motor
(rode signaallamp)
Pos. 13 Netstekker (1~ -Motor)
4.2 Leveringsomvang
– Jetpomp (WJ)
– Inbouw- en Gebruikshandleiding.
4.3 Toebehoren
– Aanzuigkit,
– afsluitinrichting,
– terugslagklep,
– zuigkorf-voetklep,
– membraandrukvat,
– trillingsdemper,
– motorbeveiligingsrelais,
– droogloopbeveiliging (ME-kit),
– in-/uitschakelkast.
De toepassing van nieuw toebehoren wordt aan-
bevolen.
5. Opstelling/Montage
5.1 Montage
De pompen dienen volgens de voorschriften van
de plaatselijke watervoorzieningsbedrijven te
worden aangesloten.
Eisen aan de opstellingsruimte:
– goed toegankelijk
– goed geventileerd, droog en vorstvrij
– montage op een beton-sokkel of direct op een
gladde vlakke ondergrond.
Vervolgschade die door uitval van de pomp kan
ontstaan, zoals overstroming van ruimtes, dient
door de gebruiker door het uitvoeren van pas-
sende maatregelen (bijv. aanbrengen van een
alarminstallatie, reservepomp etc.) worden voor-
komen.
Zuig- en drukleiding behoren niet tot de levering
Bij het aansluiten van een vaste zuig- en druklei-
ding dient de pomp aan de vloer te worden beve-
stigd.
– Bij een niet vaste opstelling dient de pomp met
een flexibele slang of slangovergangstukken aan
de zuig- en drukleiding te worden aangesloten.
– De zuigleiding dient stijgend, vacuumdicht en
spanningsvrij worden aangebracht.
– Bij een zuighoogte van meer dan 5 meter moet de
diameter van de zuigleiding minimaal 1
1/4
” bedra-
gen.
– De drukleiding moet spanningsvrij op de bevesti-
gingspunten worden aangesloten.
OPGELET! Om een goede werking van de pom-
pen te kunnen waarborgen dient het aansluitstuk
van de drukleiding op de pomp minstens 30 cm
omhoog of stijgend te worden aangebracht.
– Aan de zuigleiding moet een voetklep worden
gemonteerd. Deze moet minimaal 30 cm onder
het laagste waterpeil liggen. In principe is de toe-
passing van een zuigslangset (toebehoren),
bestaande uiteen zuigslang, zuigkorf en voetklep
aan te raden.
5.2 Elektrische aansluiting
OPGELET! De elektrische aansluiting dient door
een plaatselijk erkend elektrotechnisch installa-
tiebedrijf, overeenkomstig de geldende voor-
schriften te worden uitgevoerd.
De pompen moeten via een foutstroom-beveili-
gingsschakellaar van 30 mA aangesloten wor-
den.
– Voor het gebruik in zwembaden en tuinvijvers
moeten de geldende normen en richtlijnen wor-
den aangehouden.
– De elektrische aansluitingen dienen tegen elke
vorm van vocht of waterschade te worden
beschermd.
– Stroomsoort en spanning van de netaansluiting
controleren.
– Gegevens op het typeplaatje van de pompmotor
in acht nemen.
– Netzijdige voorzekering: 10A, traag.
– Aarding in acht nemen.
De pompen mogen alleen met een elektrische
aansluitkabel (ook verlengkabel) aangesloten
worden, die vergelijkbaar is met een ommante-
ling van het type H07 RNF volgens DIN 57282 of
57245.
– DM-motoren overeenkomstig afbeelding 3
(aansluitschema klemmenkast) aansluiten.

Related product manuals