Nederlands
26 WILO SE 03/2009
Vorstbescherming:
• indien niet gegarandeerd kan worden dat het
pompmedium in de pomp niet bevriest, moet de
pomp beschermd worden tegen vorst.
Het wordt aanbevolen om de pomp halfjaarlijks te
laten onderhouden en controleren door de Wilo-
servicedienst.
Onderhoud volgens EN12056 deel 4 uitvoeren.
10 Storingen, oorzaken en oplossing
Indien de storing niet verholpen kan worden,
wendt u zich dan tot de vakhandel of tot de
dichtstbij gelegen Wilo-servicedienst of -verte-
genwoordiging.
11 Reserveonderdelen
Het bestellen van reserveonderdelen gebeurt via
de plaatselijke vakhandel en/of de Wilo-service-
dienst.
Om wedervragen en verkeerde bestellingen te
vermijden, moeten bij elke bestelling de volledige
gegevens van het typeplaatje meegegeven wor-
den.
Technische wijzigingen voorbehouden!
Storingen Oorzaken Oplossing
De pomp loopt niet aan Stroomtoevoer onderbroken, kortslui-
ting,
isolatiefout in de motorwikkeling
De netspanning controleren,
kabel en motor door een vakman laten
controleren
Zekeringen, condensator defect Zekeringen, condensator vervangen
Kabel onderbroken Controleer de weerstand van de kabel.
Vervang de kabel desnoods. Gebruik
alleen een speciale Wilo-kabel!
Niveauschakelaar schakelt niet Niveauschakelaar controleren
Motorbeveiligings-schakelaar uitge-
schakeld
Motorbeveiligingsschakelaar verkeerd
ingesteld
Instellen op de nominale stroom
Snij-inrichting/waaier geblokkeerd door
verontreinigingen
• De installatie spanningsvrij maken en
beveiligen tegen onverwacht terug
inschakelen
• De afsluiter achter de pomp sluiten
• De pomp uit het medium halen
• Verontreinigingen uit de pomp verwij-
deren
Pomp verpompt niets
Lucht in het pomphuis De terugslagklep be-\ontluchten
Niveauregeling verkeerd ingesteld Ervoor zorgen dat bij het aanzuigen de
waaier in de vloeistof gedompeld is
De pomp verpompt te weinig, onrustig
lopen
Verkeerde draairichting 2 fasen van de netaansluiting omruilen
Waaier versleten Waaier vervangen
Waaier, snij-inrichting of pomphuis ver-
vuild
Pomp reinigen, zie regel 6