Om de boorhouder te openen, draait u de 
voorzijde van de boorhouder rond terwijl u 
de achterzijde vasthoudt. Steek de boor in 
de boorhouder en draai de voorzijde in de 
omgekeerde recihting terwijl u de achterzijde 
vasthoudt. Zorg ervoor dat de boor zich 
midden in de boorhouder bevindt. Draai 
tenslotte de twee delen van de boorhouder 
in tegengestelde richting. De boor is nu in de 
boorhouder vastgezet. (Zie C.2)
4. AAN/UITSCHAKELAAR
Druk in om het gereedschap te starten en 
laat los om het gereedschap te stoppen.
Het is ook een snelheidsregelaar die de 
snelheid en het koppel verhoogt door de 
trekker verder in te knijpen. De snelheid 
wordt bepaald door de kracht waarmee u de 
trekker indrukt.
5. SCHAKELAAR VOOR CONTINU 
GEBRUIK (Zie D)
Druk op de aan/uitschakelaar (7) en schakel 
dan het slot (5) in, laat de aan/uitschakelaar 
eerst los en de slotinstellingsknop daarna. 
Uw schakelaar staat nu in het slot voor 
langdurig gebruik. Druk de aan/uitschakelaar 
in, en laat deze weer los, om uw gereedschap 
uit te zetten.
6. VOOR- EN ACHTERWAARTSE DRAAI 
INSTELLING (Zie E)
Voor boren en het draaien van schroeven 
moet u voorwaarts draaien, dit wordt met 
“
” aangegeven (de hendel staat naar 
links). Gebruik het achterwaarts boren “
”, 
de hendel staat naar rechts) om schroeven 
te verwijderen of een vastzittende boor los 
te maken.
WAARSCHUWING! Verander de 
          draairichting nooit wanneer het 
gereedschap draait, wacht tot deze gestopt is.
7. HAMER OF BOOR INSTELLING (Zie F)
Als u steen of beton boort, kies dan de 
Hamerstand 
 . Als u hout, metaal, plastic en 
schroeven boort, kies dan de Boorstand 
.
8. VERSNELLINGSSCHAKELAAR
Kies positie I (Zie G) voor een hoog koppel 
en een lage snelheid voor boren met een 
grote diameter en schroeven draaien. Kies 
positie II (Zie H) voor een laag koppel en een 
hoge snelheid voor boren met een kleine 
diameter. Grijpen de tandwielen niet direct 
op elkaar aan, draai dan even met de hand 
aan de boorhouder. Verstel de tandwielen 
nimmer terwijl de machine draait, maar 
wacht steeds tot hij stilstaat.
TIPS VOOR HET WERKEN 
MET UW BOOR
1.  Wanneer het gereedschap te heet wordt, 
laat het dan twee minuten onbelast 
draaien om de motor af te laten koelen.
2.  Tungsten carbide drill boren moeten altijd 
worden gebruikt voor steen.
3.  Gebruik alleen HSS boren in goede staat 
wanneer u in metaal boort.
4.  Gebruik altijd een magnetische 
boorhouder wanneer u een korte 
schroefbits gebruikt.
5.  Gebruik waar mogelijk een proefgat voor 
u een groot gat boort.
ONDERHOUD
Trek de voedingskabel uit de 
aansluiting voordat u eventuele 
aanpassingen, reparaties of onderhoud 
uitvoert.
Dit gereedschap bevat geen onderdelen 
waaraan de gebruiker onderhoud kan 
of moet uitvoeren. Gebruik nooit water 
of chemische reinigingsmiddelen voor 
het schoonmaken van uw elektrische 
gereedschap. Veeg het schoon met 
een droge doek. Bewaar uw elektrische 
gereedschap altijd op een droge plek. Houd 
de ventilatiegleuven van de motor schoon. 
Houd alle bedieningselementen vrij van 
stof. Er kunnen vonken zichtbaar zijn in de 
ventilatiegleuven. Dit is normaal en leidt niet 
tot beschadiging van uw gereedschap.