42
Voor het meest nauwkeurige meetresultaat
A) Wacht na de laatste slok alcohol minstens 15 minuten voor
u de alcoholtest uitvoert. Eet, drink of rook niet tijdens deze
wachttijd.
B) Open de behuizing niet.
C) Bewaar de alcohol testeenheid niet in een koude, warme,
vochtige of slecht verluchte ruimte.
D) Bewaar de alcohol testeenheid buiten het bereik van kinderen.
E) Voer, wanneer het toestel lange tijd zonder gebruik werd be-
waard, eerst drie “inlooptests” uit voor u de eigenlijke alco-
holtest uitvoert.
F) Laat de alcohol testeenheid niet vallen.
G) Vervang de batterij wanneer de display moeilijk kan worden
gelezen. Een lage batterijspanning kan eveneens voor ge-
volg hebben dat verkeerde metingen worden doorgevoerd.
H) Voer geen test uit in een lawaaierige omgeving (lawaai stoort
de sensor) of in een slecht verluchte ruimte.
I) Na een testresultaat van 1,00 promille of hoger moet de sen-
sor langer tot rust komen. Wacht in dat geval ten minste drie
minuten voor de volgende test.
J) Voer geen tests uit in een zeer koude, zeer warme of slecht
verluchte rokerige ruimte.
K) Bewaar de alcohol testeenheid zo dat er geen stof of vloeis-
toffen in het toestel kunnen dringen.
L) Blaas niet te hard op het toestel. Dit kan de sensor bescha-
digen (vooral wanneer bij het blazen voor speeksel in het
toestel terechtkomt).